Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
23 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Tapijt (column Wim Rietman)

Geplaatst op: 10 oktober 2014

Onlangs vroeg iemand me: ”Kan je niet eens een stukje over tapijt schrijven?” Ik antwoordde prompt: “Dat gaat dan geen vrolijk verhaaltje worden.” We lachten er allebei om, maar ik als een boer met kiespijn. Want de zachte vloerbedekking is de slag om de woonkamer aan het verliezen. Net zoals velen van u ben ik werkzaam in de tapijtindustrie. En ik zal er geen doekjes omheen winden: deze industrie bevindt zich in zwaar weer. Europawijd slinken de afnames zienderogen en het tij blijkt heel moeilijk te keren.

wimZo klein Nederland ook is, het is vaak een trendsetter op allerlei gebieden. Zo ook op het terrein van vloerbedekking. Zo’n 15 jaar geleden werd in bijna elke woning nog zachte vloerbedekking gelegd. Af en toe zag je eens een woning met parket, soms met zeil en sporadisch werd een leistenen vloer gelegd. Maar toen deed laminaat zijn intrede. Niemand uit de traditionele tapijtindustrie kon toen vermoeden dat het leven op een kunststoffen vloer (want daar hebben we het over) zo’n vlucht zou nemen.

Stukje bij beetje veranderde het beeld bij de traditionele woninginrichter. Tapijtstellingen werden afgebroken om plaats te maken voor paletten met laminaat. Bouwmarkten begonnen te stunten met goedkoop clicklaminaat, wat ook de algemene prijsstelling nog eens onder druk zette. Het aanbod in laminaat werd alsmaar groter. En ook de kwaliteit verbreedde en verbeterde zich. Niet van echt hout te onderscheiden vloeren kwamen op de markt. Net toen de laminaathype op z’n hoogtepunt was, verschenen de eerste vloeren met PVC-stroken op de markt. En ook hier was Nederland weer één van de eerste landen die het product breed oppakte. Voor de tapijtindustrie een typisch geval van “van de regen in de drup”.

Maar daaraan moet toegevoegd worden dat PVC-stroken (of LVT zoals de internationale benaming is) een nog groter gevaar zijn voor de producenten van zachte vloerbedekking. Het product is weliswaar duurder dan laminaat, maar ook beduidend comfortabeler en bovendien worden er garanties van wel 30 jaar op afgegeven. Klanten die voor dat product kiezen zijn dus wel heel lang uit het vizier. Natuurlijk bleven laminaat en PVC niet alleen populair in Nederland. De producten verspreidden zich over heel Europa. De gevolgen voor de internationale tapijtfabrikanten bleven niet uit. Er vond een enorme sanering in België, Duitsland, Frankrijk en ook Nederland plaats. En eigenlijk is die sanering nog steeds gaande.

En helaas ook in Genemuiden. We hebben onlangs gezien hoe een traditioneel bedrijf als BéWé de handdoek in de ring moest gooien. En bedrijven als Belakos en Edel, die van oudsher bekend stonden als gerenommeerde tapijtfabrieken, hebben inmiddels uit de productie van kunstgras en/of loonwerk hun kernactiviteiten gemaakt. Op zich niets mis mee, maar het bevestigt natuurlijk wel de teloorgang van de traditionele tapijtindustrie.

Wanneer u deze korte analyse zo even doorgelezen heeft, zult u tot de conclusie gekomen zijn dat hier sprake is van een behoorlijk deprimerend epistel van uw doorgaans optimistische columnist. En ik kan er op het ogenblik ook niet al teveel meer van maken.

Genemuiden blaast in de tapijtindustrie nog steeds een behoorlijk deuntje mee. Sterker nog, ik ben er vrij zeker van dat ons aandeel van de totale export naar de diverse Europese landen zelfs gestegen is. Die stijging weegt echter niet op tegen de algemene daling van de markt. Met andere woorden: we hebben een groter aandeel van een veel kleiner koekje.

Genemuiden heeft natuurlijk wel geanticipeerd op de situatie in de markt.

We hebben een bloeiende ontwikkeling in productie van kunstgras. En er staan inmiddels ook 2 grote naaldviltfabrieken. Maar beide activiteiten leveren natuurlijk niet of nauwelijks aan de traditionele woninginrichter. En de producten belanden ook niet in de woonkamer.

Er groeit een nieuwe generatie op die nauwelijks besef heeft van tapijt. Dat met name is een zorgwekkende situatie. Tapijt zal er altijd blijven. Het is alleen afwachten hoe de vraag zich gaat ontwikkelen. Jaren geleden zou brain-agent René Boender de destijds al kwakkelende tapijtindustrie van frisse ideeën voorzien die het tij zouden keren. Het is bij loze kreten gebleven. Ook Boenders’ brein stokte schijnbaar rond deze materie.

Genemuiden heeft altijd zijn rug gerecht. Na de biezen, kwam de kokos, de jabo en de tuft. De vraag is: Wat komt hierna? Wie het weet mag het zeggen. Dan gaan we het met z’n allen gauw maken!

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500