Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
18 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Klasgenoten (column Wim Rietman)

Geplaatst op: 25 maart 2015

Ik liep op m’n gemakje door de Oudestraat in Kampen toen ik ineens een klap op m’n schouder kreeg.  “Héé, Rietman ben jij het?”. Ik draaide me om en keek recht in een vadsig gezicht. Ondanks het feit dat ik hem jaren niet had gezien, herkende ik de persoon in kwestie onmiddellijk. Een jaargenoot uit de brugklas van de middelbare school. Destijds was hij een kop groter dan de gemiddelde scholier, en dus 2 koppen groter als ik. Hij liet toen geen mogelijkheid onbenut om dat fysieke voordeel uit te buiten. Grote mond, weinig intelligentie. Aangeboren domheid zogezegd.

“Wat ben je kaal geworden zeg!”, zo volgde een allerhartelijkste begroeting van de kant van de oud-klasgenoot. Ik begreep direct dat de hersencellen ook in het vervolg van zijn leven niet in aantal toegenomen waren. Ik besloot verbaal maar eens terug te gaan slaan.

“Die bril staat je totaal niet. Hij is veel te klein voor jouw hoofd.”, zo voegde ik hem toe. “Maar je ziet in ieder geval weer wat.”

Wat beledigingen betreft was de stand weer rechtgetrokken, maar ik vond dat ik het hier niet bij moest laten.

“Wat ben je trouwens vies dik geworden.”, ging ik door. “Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?”.  Mijn tweede compliment trof duidelijk doel. De voormalig tiran van de school dribbelde een beetje op z’n benen en sprak stamelend over de gevolgen van het goede leven. De 2-1 was een onmiskenbaar feit.

In de sportwereld is het zo dat wanneer je tegenstander bij de strot hebt, je door moet bijten. En dus besloot ik de garderobe van mijn onverwachte gesprekspartner eens even onder de aandacht te brengen.

“Wat heb je eigenlijk voor kleren aan je lijf hangen?”, vervolgde ik. “Je lijkt wel uit een circus weggelopen te zijn”. Het was duidelijk weer recht in de roos. Beduusd keek de oud-klasgenoot naar zijn geel-blauw geruite jasje. Zeker twee maten te klein. Zijn kogelronde buik werd optimaal geaccentueerd. Ongemerkt wreef hij met zijn worstenvingers over de overtollige kilo’s. “Mijn vrouw koopt tegenwoordig mijn kleren”, zo liet de destijds zo stoere scholier schaapachtig weten. De tussenstand was naar 3-1 opgelopen.

Eén keer op stoom kon ik het beledigen niet laten. Waarschijnlijk kwam een oud stuk frustratie opeens aan de oppervlakte.

“Heb je soms vis gegeten?”, was mijn volgende vraag. De ooit zo zelfverzekerde puber was ineens in een wanhopig blozende man van middelbare leeftijd veranderd. “Hoezo?”, vroeg hij zachtjes. “Kun je dat ruiken?”.  “Dat niet alleen”, zo reageerde ik alert, “Maar er zit nog allerlei graat tussen je tanden”.  De 4-1 sloeg als een granaat binnen.

“Ik moet gaan nu. Leuk je weer eens even gesproken te hebben”, was alles wat de man nog uit wist te brengen. En snel beende hij weg.

“Insgelijks”, riep ik hem na. En mompelde nog in mezelf: ”En het was nog niet eens rust….”

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500