Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
28 maart 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Het geheim van het Vogeleiland

Geplaatst op: 28 augustus 2015

(door Erik Driessen) Al jarenlang rijd ik er soms wel tien keer op een dag langs. Dat geheimzinnige Vogeleiland dat altijd zo vredig in het Zwartemeer ligt. Het landschap kende ik alleen van de verhalen en van YouTube, maar de behoefte aan een wandeling over dat kennelijke vogelparadijs wordt steeds groter. En dus zit ik donderdagmiddag in de excursieboot van Natuurmonumenten, begeleid door de gidsen Jan Gerbens en Arie van den Burg.

Die overdekte boot vertrekt bij de Kadoelerbrug, de toegang tot de Noordoostpolder, het land dat de Zuiderzee zeventig jaar geleden met enorme scheppen zand het zwijgen oplegde. Vruchtbare akkergronden kwamen in de plaats voor armoedige vissersboten die wanhopig rond dreven op zoek naar toch nog een beetje inkomen. Eenmaal aan land was het vaak honger lijden voor de opvarenden. Dan hadden die Genemuider biezensnijders het misschien nog wel beter.Die herinnering moet straks weer een beetje terugkomen op het Zwartemeer, vertelt Gerbens als de Kadoelerbrug is gepasseerd. “Rechts zie je de voorbereidende werkzaamheden voor een kunstwerk. Dat herinnert straks aan de oude biezencultuur”, zegt hij, als hij het oude Zwolse Diep aanwijst dat uit mondde in het huidige oud-Kraggenburg.

Zalmstad

Even later vertelt hij dat Genemuiden in 1700 tot 1800 de grootste ‘zalmstad’ van Europa was. De inwoners aten die smakelijke vis een paar keer in de week. Alsof het zo moet zijn verschijnt de visserskotter van de familie Timmerman voor de boot. Over de Genemuider visserscultuur kan Gerbens nog wel een paar verhalen vertellen, maar het nest van de ondertussen beroemde zeearend vraagt om meer aandacht. De opvarenden halen hun camera’s tevoorschijn en spoeden zich naar het dek van het schip. “Ja hoor, duidelijk te zien…”, zegt een vogelaar van middelbare leeftijd. Of hij heeft betere ogen dan ik of zijn fantasie slaat op de hol, maar ik zie geen nest. Laat staan de toch, naar het schijnt, reusachtige zeearend.

Dat is snel vergeten wanneer Van den Burg de boot naar de aanlegplaats van het Vogeleiland manoeuvreert. Alsof we een eeuwenlang bewaard gebleven geheim ontcijferen. Het liefst wil ik meteen het eiland oprennen, maar volgens goed gebruik begint de wandeling met koffie. Gerbens raadt mensen ondertussen aan om kaplaarzen aan te trekken. Het moeras ligt er vandaag op zeker nat bij, weet hij. Het moeras. Een woord dat de fantasie verder op hol doet slaan. Land waarin je weg kunt zakken en nog net de kop boven water kunt houden. Heerlijk. Een rustig dondermiddagtripje ontaardt in een wild avonturier op een paar kilometer van huis. En dat allemaal dankzij een berg bagger, want daaruit is het Vogeleiland opgebouwd. Onder meer uit de Kamper stadsgrachten is het spul hier naartoe gebracht.

Dan begint de wandeling. Gerbens staat na tien meter al stil. Hij wijst op een plant met stekelvormige bollen. “De trots van het eiland. Het staat er vol mee. Vroeger stond dit ook wel bekend als meisjeskruid, omdat moeders urenlang bezig waren om die bolletjes weer uit de lange haren van dochters te verwijderen”, vertelt hij. De tocht gaat daarna via een bosrijk stuk naar een open vlakte. Het is de grond waar de Genemuidenaren Bruintjes en Hammer lang vee hadden lopen. Onlangs keerden ze samen met Gerbens een dagje terug naar hun voormalige werkplek. Gerbens genoot er net zo van als het Genemuider duo, vertelt hij. Hij heeft talloze anekdotes aan zijn repertoire kunnen toevoegen.

Moeras

Voorbij de oude weide en een nieuw stuk bos doemt het donderdagpad op. Vernoemd naar vrijwilligers die maandenlang elke donderdag naar het eiland trokken om een soort vlonderpad te onderhouden. Dat pad is misschien wel het hoogtepunt van het Vogeleiland. Honderden meters voert het door een moerasachtig gebied richting een vogelkijkhut. “Op het eiland leven wel zestig soorten, waaronder de grote karekiet. Een derde van de Nederlandse populatie zit hier. Hopelijk zien we veel vogels. Som valt het tegen, soms valt het mee”, vertelt Van den Burg en meestal is zo’n zin de inleiding tot een tegenvaller. Er staat ook teveel wind voor een wild vogelleven. We zien wat krakeenden, zwaluwen en in de verte zwemmen de zwanen. Dat is de oogst van vandaag. En in de verte zien we het industrieterrein en de kerken van Genemuiden.

Het geeft niet. De wandeling is ronduit indrukwekkend. Boven verwachting mooi is dat Vogeleiland. Geloof de verhalen niet, die zijn slechts een flauwe afspiegeling van de realiteit. Halverwege de terugweg op het donderdagpad mogen avonturiers rechtsaf slaan. Daar begint het moeraspad. Dwars door een landschap dat meer aan Zuid-Amerika dan de polders rondom Genemuiden doet denken. Om de een of andere reden sla ik ook rechtsaf. Ik heb niet voor niets voor het eerst sinds jaren laarzen aan. “Mensen met te grote laarzen moeten oppassen…”, lacht Gerbens en hij heeft gelijk. Het moeras trekt aan het schoeisel. Het moeraspad voert langs zonderlinge natuurverschijnselen. Merkwaardig vergroeide bomen en wortels van omgevallen exemplaren leveren bizarre beelden op. “Als het stormt moet je niet op het eiland zijn…”, weet Gerbens als hij weer een aantal omgevallen bomen aanwijst. Slachtoffers van de stormen van dit jaar.

Zeearend

Dan doemt weer een grote open vlakte op, vol met brandnetels. Dat Vogeleiland lijkt wel oneindig groot. Terschelling in het Zwartemeer. In de verte nestelt de zeearend. Hij laat zich opnieuw niet zien. Om het beest met de enorme vleugelwijdte met rust te laten heeft Natuurmonumenten de excursies aangepast. Die gaan nu met een ruime boog om de zeearend heen, waardoor opnieuw een wandeling door het bos volgt. Inclusief hoogteverschillen, de eerste paddenstoelen, doorkijkjes op het water en oude eiken. “Weet je dat je met onweer nooit onder een eik moet staan?”, leidt Gerbens een nieuw verhaal in. Die is zo diep geworteld dat een blikseminslag al snel dodelijk is.

In de verte klinkt gedonder. Het zal de gedachte wel zijn, al regent het af en toe wel op het Vogeleiland. De schoonheid wordt niet uitgewist. “Ik begeleid dertig excursies per jaar, maar elk bezoek is weer een feestje. Je ziet elke keer weer wat anders. Kom ook eens een keer mee met een excursie in de vroege ochtend”, raadt Gerbens aan, terwijl langzaam het einde van de 2,5 uur durende wandeling nadert. Daar ligt de boot terug naar het vasteland. Het beeld werkt bijna ontnuchterend. Alle geheimen zijn nog niet ontrafeld, je zou hier moeiteloos een paar dagen kunnen doorbrengen. “Er moet wat te raden overblijven he, dan komen jullie nog eens terug…”, zegt Van den Burg.

Sterke magen

Na een nieuwe kop koffie en een groepsfoto stuurt hij de boot terug naar de Kadoelerbrug. Het Zwarte Meer maakt dat niet eenvoudig vandaag. Wie last heeft van zeeziekte, zou vandaag een probleem hebben gehad. De opvarenden hebben echter sterke magen. Gerbens legt de boot ter hoogte van het zeearendnest nog even stil. Opnieuw zien mensen het nest en de zeearend. “Prachtig…”, zeg ik, maar eerlijk gezegd zie ik opnieuw louter bomen. Prachtig is sowieso het woord van de dag en Gerbens en Van den Burg nemen de complimenten in dank aan. Ze delen het Natuurmonumenten-foldertje uit waarin alle Vogeleiland-excursies staan. Maandelijks zijn er vaartochten. Een overzicht staat ook op de site van Natuurmonumenten.

Er zijn plannen om volgend jaar ook een aantal malen vanuit Genemuiden naar het eiland te varen. Een mooie gelegenheid voor Genemuidenaren om dat wonderlijke eiland vol schitterende natuur te ontdekken. En met een beetje geluk laat die akelige zeearend zich dan wel zien. 

 

 

 

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500