De Biestemerk van… Sander Sleking (2)

In de rubriek ‘De Biestemerk van…’ vragen we diverse Genemuidenaren op hun weg naar de Biestemerk toe en wat ze doen op de dag zelf. Vanmorgen: marktmeester Sander Sleking over de opbouw en de start van Biestemerk (deel 2).

Terwijl de marktkramen opgebouwd worden, begeven zich de laatste nachtelijke feestgangers naar huis. Op de nieuwe brug staan nog een paar groepjes jongeren te praten. Nog even en ook zij zullen naar huis gaan. Zij gaan dan slapen, terwijl de marktlieden wakker beginnen te worden.

“Nummer 54”, mompelt Oonk om half 5 en ze plant een zogeheten bok in de bocht naast ‘t Olde Staduus. De Westerkaai is inmiddels volgebouwd, voorzover het verhuurkramen betreft. Daar arriveert inmiddels autoberger Hooikammer om de twee auto’s af te slepen. “Ze zijn aangemeld bij de politie”, vertelt Sleking.

Het is kwart voor 5 als er in de Kruisstraat opgebouwd wordt. Sleking en Oonk gaan verder in de Langestraat. “Daar ook nog een”, wijst Sleking. “En dan zijn wij er weer door hier. Als je maar met een paar man bent, dan is het een piece of cake.”

Sleking heeft inmiddels lol. “Je krijgt het straks vol voor je kiezen hoor, bij het inrijden”, lacht hij naar Oonk. “Misschien gedragen ze zich bij jou, tegen ons is het altijd schreeuwen en bulken.” Altena weet daar wel wat op: “Je moet ze direct de broek opbinden. Ze kunnen ook zo weer vertrekken.”

10 voor 5. “Daar heb je de eersten al”, zegt Sleking. Vanuit de Simondsstraat draait een bus met kraam de Langestraat in. Na een kort gesprekje over onder andere het mooie weer rijdt de marktkoopman door naar zijn standplaats. “We zien elkaar straks nog wel.”

Op de hoek Havenplein/Markt overleggen de marktmeester en zijn stagiaire als de marktkoopman er weer aankomt. “Komt de bloemist niet?”, informeert hij. “Die heeft ook altijd twee kramen.” Sleking antwoordt dat even te gaan bekijken.

De mannen van Zegers beginnen naderhand spraakzamer te worden. Inmiddels, het is 5 uur, is er ook tijd voor een gesprekje. Marktslager Jan Nijboer komt aanrijden. “Frituur”, grapt er eentje.

Oonk krijgt in de gaten wat voor kramen er gaan komen. “Aan eten hebben we vandaag in ieder geval genoeg keuze”, lacht ze. “Ik had geen ontbijt, lunch en avondeten mee hoeven nemen.”

Tegen half 6 loopt het opbouwen ten einde. “Voor de Rabobank nog twee, en richting ‘t Olde Staduus nog eentje en dan zijn we rond”, zegt Altena. Het inrijden van de ‘eigen’ kramen van de marktkooplui kan dan beginnen.