Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
19 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Katten (column Nick Hoekman)

Geplaatst op: 10 november 2017

Deze week mocht ik voor oppassertje spelen. Het leven van twee katten, twee honden én mijzelf hadden mijn ouders in handen gelegd van hun oudste, knapste en meest wijze zoon. Iets wat er toch voor zorgt dat er een behaaglijk gevoel over mijn persoontje neerdaalt, een deken van verantwoordelijkheid. In de praktijk blijkt dat je vooral een persoonlijk assistent voor beide katten bent, en dan het liefst eentje die 24/7 voor deze viervoetige allesoverheersende staart dragende wezens klaarstaat.

Het idiote is, dat je uiteindelijk nog voor deze manipulerende muizendoders zwicht ook.

 “Miauw”

 “Aaah schatje, wat is er?”

 “Miauw, prrrrt” *loopt richting voederbak*

“Je hebt net al brokjes gehad hè”

“Miauw miauw” *geeft kopjes tegen m’n scheenbeen*

“Nee, niet zeuren, klaar”

 

“MIAUW, MIAUW, MIAUW” *klimt tegen m’n spijkerbroek omhoog* 

“Oké, vooruit, een paar brokjes dan”

“Miaaaaauuuuw” *geeft kopjes alsof je de leukste mens op aarde bent*

 

En dit gedoe herhaalt zich elke twee uur.

 Nee, dan de honden. We zijn de gelukkige bezitters van twee Golden Retrievers, en in mijn hoofd kan ik dan rustig slapen, want honden zijn waaks. Hoop ik.

Afgelopen dinsdag keek ik naar ‘Opsporing Verzocht’. Als ik in mijn eigen huis ben, dan durf ik dit eigenlijk niet te kijken. Ja, alleen met de gordijnen dicht, handen voor m’n ogen en de helft van het programma verstoppend achter de bank. Maar nu, met twee honden in m’n buurt, durfde ik het wel aan. Gewapend met twee honden op de bank – en toch stiekem de gordijnen gesloten, ben ik de avond doorgekomen.

Toen ik rond de klok van elf vanuit de woonkamer richting mijn ouderlijke slaapkamer verhuisde, ben ik toch eerst nog even langs de keuken geslopen om een koekenpan uit het keukenkastje te vissen. Just in case, zullen we maar zeggen. Het werd een nacht die in het leven van Nick Hoekman wel vaker voorkomt, weinig slaap, de tijd dodend met Bob Ross filmpjes op YouTube. Tot het moment dat ik iets van gestommel hoorde, het was klokslag drie uur. Voordat ik er een vinger op kon leggen waar deze vorm van onrust vandaan zou kunnen komen, hoorde ik het geluid van brekend glas, daarna begonnen meteen de twee als waakhonden fungerende Golden Retrievers als een bezetene te blaffen.

 Ja, en wat doe je op zo’n moment? Mijn eerste reactie was: verstoppen onder het bed. Maar ja, ik ben momenteel verantwoordelijk voor dit huishouden, in mijn gedachten zag ik de gruwelijke beelden van vier door inbrekers afgeslachte en gevilde huisdieren al voor me. Nee, Nick, nu moet je opstaan, nu moet jij met je tweeëndertig jaar levenservaring het leven gaan redden van deze geliefde huisdieren.

Gewapend met de koekenpan – die nu toch wel goed van pas komt, sloop ik in mijn pyjama van de trap af, aangezien mijn oude kamer op zolder huisvest, moet ik vervolgens nóg een trap af voordat ik op de begane grond zou zijn. Er gingen duizenden dingen door m’n hoofd, zouden dit criminelen zijn die hebben gezien dat ik naar Opsporing Verzocht heb gekeken? En zijn deze lieden nu op strafexpeditie om iedereen om te leggen? (Ik kijk te veel series, i know)

Ik besluit het licht, dat zowel brandt op de overloop als in de hal, te dimmen. Ook gezien in series, dit zorgt voor een verrassingseffect. Terwijl mijn hartslag gelijkstaat aan de basdreunen uit een willekeurige Thunderdome plaat, hoor ik de honden nog steeds blaffen. ‘Gelukkig’, denk ik. Zolang de honden nog blaffen, zijn ze in ieder geval nog in leven. Ik sluip ook de laatste trap richting de woonkamer af, in mijn HEMA pyjama, gewapend met een koekenpan, lijk ik nog het meest op een stripfiguur uit de Donald Duck. Het uur U nadert, nú moet ik mijn heldendaad gaan verrichten, mijn Magnus opus, mijn levenswerk, mijn kans om op de voorpagina van de Stadskoerier te komen. Opeens komt het besef, ‘heb ik een tactiek?’, ‘gewoon schreeuwen Nick, gewoon heel hard schreeuwen’ hoor ik mezelf fluisteren.

Ik open de deur en met een ferme “AAAAAAAAAAAAAAAAAAH” als oerschreeuw dender ik al zwaaiend met de koekenpan de woonkamer in, de honden beginnen nóg harder te blaffen en ik begin op de tast te zoeken naar een lichtknop. Mijn handen gaan langs de muur, het licht floept aan. En wat schetst mijn verbazing? Geen inbrekers. Geen brute moordenaars op strafexpeditie. Nee. Naast de eettafel ligt er op de grond een kapot gevallen longdrink glas. Op diezelfde eettafel zit een kat. Die bezig is om na een longdrinkglas, nu ook een theeglas van de eettafel te drukken.

Zodra de kat in kwestie, Bökkers, mij ziet, komt ze naar me toe gehuppeld.

 “Heb jij dit gedaan?”

“Miauw” *geeft kopjes*

“Nee, ik ben de het apezuur geschrokken gek, je krijgt geen brokjes”

“MIAAUUUWWWWWW PRRRRT MIAAAUW” *klimt, met scherpe nagels, tegen mijn pyjamabroek omhoog*

Oké, een paar brokjes dan, voor de schrik”.

 

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500