Nieuwe jongerenwerkers moeten vooral de straat op

De nieuwe jongerenwerkers in Zwartewaterland moeten vooral de straat op om contacten te leggen met jongeren. Op die manier moeten ze problemen vroeg signaleren. Organiseren van activiteiten in bijvoorbeeld de soos behoort veel minder tot hun werkzaamheden. Dat legde wethouder Arie Speksnijder dinsdag uit aan de media. De jongerenwerkers komen niet in dienst van de gemeente Zwartewaterland, maar worden via een payroll-constructie ingehuurd via een extern bedrijf.

Zwartewaterland bezuinigt fors op het jeugdwerk. Het budget van 350.000 euro gaat terug naar 200.000 euro. Dat betekent dat twee jongerenwerkers aan de slag kunnen. Dat zijn geen mensen van Jong Zwartewaterland, omdat die organisatie eerder dit jaar duidelijk maakte geen toekomst meer te zien vanwege de bezuinigingen. Per 31 december stoppen de jongerenwerkers, al blijft Jong Zwartewaterland nog wel verantwoordelijk voor het jeugdwerk op de Kamperzeedijk. Vanwege toegekende subsidie heeft de organisatie daar nog verplichtingen tot 2016.

Met minder geld wil de gemeente straks toch meer jongeren bereiken. Vooral via ambulant werk: kortom op straat. “Organiseren van activiteiten moeten jongeren zelf doen, hooguit met wat lichte begeleiding”, aldus Speksnijder, die erkent dat de nieuwe jongerenwerkers ‘best een hele opdracht’ krijgen. Desondanks heeft hij vertrouwen in de nieuwe opzet. Volgens Speksnijder bood Jong Zwartewaterland niet wat de gemeente graag zag. “Wij betaalden 350.000 euro, maar de organisatie bereikte veel te weinig jongeren. Op een soosavond was de opkomst meestal twintig tot dertig. Het moet anders.”

De gemeente wil meer de regie. Volgens Speksnijder is dat ook mogelijk als de jongerenwerkers niet in dienst zijn. “Het externe bedrijf moet aan onze opdracht voldoen. Het jongerenwerk krijgt een spilfunctie in het signaleren van problemen en het doorverwijzen naar lichte zorg. Wij willen meer grip op het jongerenwerk dan in de oude situatie het geval was.”