Genemuidenaar moet cel in voor fraude

(door Michiel Satink) Een 70-jarige man uit Genemuiden is dinsdag door de rechtbank in Zwolle veroordeeld voor faillissementsfraude en het onjuist informeren van de curator van zijn voormalige onderneming. Hij kreeg een halfjaar cel opgelegd waarvan de helft voorwaardelijk.

De 70-jarige B. werd in 2015 tot 4 maanden cel veroordeeld voor een poging een getuige om te praten. B. was destijds verdachte in de zaak rond een aantal omstreden rietbranden in Genemuiden en omgeving. Hij had een zakelijk geschil met de handelaar maar hij werd uiteindelijk vrijgesproken van brandstichting. De politie bleef hem ook na deze zaak in de gaten houden. Bij een recente huiszoeking werd 10.800 euro aan contant geld gevonden in een van zijn broeken. Ook ontdekte men dat hij nog voldoende zaken deed. Zo handelde hij in vrachtwagenonderdelen en oldtimers. Het waren slechts ‘bemiddelingen’, zo voegde hij twee weken tijdens de zitting toe. Het ging niet om eigen geld, maar dat van zijn vrouw, en evenmin verdiende hij er er iets mee. En die 10.800 euro in contanten? Die waren van zijn vrouw om een vrachtwagen in België mee te kopen.

De officier van justitie achtte bewezen dat B. ‘bezig was met het handelen met geld dat oorspronkelijk van hem was en hij op naam van zijn vrouw heeft gezet’. Hij heeft het geld zo buiten het faillissement weten te houden en dat mag niet. Dat hij slechts bemiddelde achtte de rechtbank net als het OM niet bewezen. Zo was de factuur van een motor waarin hij ‘bemiddelde’ op zijn naam gesteld. Zijn verklaringen over die transactie zijn wisselend. Beslissend was de notitie van de curator: die kreeg een telefoon van het bedrijf waarmee B. zaken deed dat het wel degelijk de verdachte was die de motor had aangeschaft. Ook verkocht hij op eigen titel een rupskraan en hield de winst voor zich, zo vonniste de rechtbank.

Dat hij slechts zijn inkomsten hoefde op te geven, klopt niet, stelt de rechtbank. Uit verslagen van de curator blijkt dat die opdracht veel ruimer was. ,,De uitleg van verdachte dat hij ervan uit mocht gaan dat hij slechts inkomsten hoefde op te geven, strookt niet met de inhoud van het hiervoor bedoelde verslag en daaropvolgende correspondentie”, stellen de rechters.

Tegen de man was een halfjaar cel geëist.