Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
19 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Op kousenvoeten (column Gerrit van Houwelingen)

Geplaatst op: 8 mei 2016

Meivakantie! Hij spoedt zich met vrouwlief naar de kade in Harlingen. Als de Midsland het ruime sop kiest en Griend in zicht komt, verhuist hij naar het bovendek, de kijker om de nek. Na anderhalf uur varen fietsen ze bepakt en bezakt naar de molen, halverwege het eiland, waar een gerieflijk chaletje hen wacht. De pabo-meiden komen een dag later met de avondboot. Hun beider baantje houdt hen nog even aan de wal. Maar dan zetten ze het eiland ook op stelten, uitgelaten gek door een ‘goed’ voor hun stage met als ondertitel ‘aanwinsten voor het onderwijs’. De dagen worden fietsend en wandelend doorgebracht, in het duin en op het strand, wind en regen trotserend. Bij hoog water krioelt het van de steenlopers langs het wad. In de hoek bij Seeryp zwermen honderden rosse grutto’s onwaarschijnlijk mooi in het licht van de ondergaande zon. ’s Avonds onder het genot van een goed glas wijn een subtiel verhaal in de trilogie van Vonne van der Meer. Terug op de boot wijst een van de andere eilandgasten op hun spatbordplaatje: ‘Genemuiden? Daar zijn flinke rellen geweest!’

Het fluitenkruid geurt hoog in de bermen als hij groep 8 een middagje onder zijn hoede neemt, terwijl de eigen leerkracht een klus voor hem op de computer doet waar hij zelf weinig kaas van gegeten heeft. Hij fietst een rondje natuur om maar niet tussen de vier muren van het klaslokaal te zitten, wat de jeugd al helemaal niet verkeerd vindt. Boven de weilanden langs de Groene Steeg jubelen leeuweriken en jodelen wulpen. Rond het sluisje bij Roebolligehoek horen ze kleine karekieten zingen. De vogels laten zich ook even schichtig zien. Zwarte sterns nestelen op de vlotjes die Staatsbos in een kolk heeft verankerd. Vanuit de observatiehut ‘De Glureluur’ in het Jutjesriet zoeken ze de waterplas af. Hij wijst hen op bergeenden en zomertalingen. Een slobeend filtert met zijn plompe, dikke snavel zaadjes uit het water. Als er een ‘reiger’ voorbijkomt, grist hij de kijker uit de handen van een van de kinderen en roept schor:’Jongens, kijk nou, een roerdomp’. Niet begrijpend staart de jeugd hem aan: ‘So what?’

Zijn kop vergrijst en steeds vaker wordt hem de prangende vraag gesteld: ‘Hoe lang moet jij nog?’ Dat hij zich geen enkele voorstelling kan maken van wat er op kousenvoeten naderbij sluipt, houdt hij maar voor zich en verlegt de aandacht naar de vragensteller. ‘Waarmee houd jij je zoal bezig?’ Je zult niet weten wat je overkomt, zegt de een, die vervolgens uren voortdobbert in de binnenhaven. Je moet een ander ritme zien te vinden, weet een tweede, die voor oma boodschappen doet, aardappelen schilt en op zijn kleindochter past. Nu krijg je alle tijd voor je hobby’s, merkt een derde op, die lid is geworden van een schaakvereniging. En dan loopt hij er eentje tegen het lijf die zegt: ‘Jòh, als ik je bij ziekte kan helpen met invallen, dan bel je maar, ik kan mijn draai thuis eerlijk gezegd nog niet vinden’.

 

 

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500