Sportloopbaan Jannes Mulder voert terug naar Genemuiden

Jannes Mulder is speaker bij veel schaats- en wielrenwedstrijden. Hij hoopt dat hij ooit commentaar mag geven bij de Elfstedentocht en de Overijsselse Merentocht. Zijn eigen sportloopbaan begon en eindigde ooit in Genemuiden, vertelde hij tijdens het Zwartsluis Actueel Sportcafé.

Mulder is het type van gooi er een kwartje in en hij houdt niet meer op met praten. De anekdotes regen zich kortom aaneen in het Sportcafé. Bijvoorbeeld over zijn intrede in de wielersport. “Ik heb zelf maar een blauwe maandag gereden. In mijn dorp won ik een dikke bandenrace, maar dat was vooral omdat er maar twee deelnemers waren en de andere kandidate een geestelijk gehandicapte jongen was. Daarmee won ik echter een lidmaatschap van wielervereniging Noordwesthoek uit Genemuiden. Daar heb ik even gereden, maar dat was veel te fanatiek. Ik kon er weinig van.”

Meer talent heeft Mulder voor commentaar geven. Ook in dat vak belandde hij per toeval. “Ik was in de jaren tachtig deejay in discotheken en werkte in een café. Bij het NK Natuurijs in Giethoorn van 1985 meldde de speaker zich op het laatste moment ziek af. Toen dachten ze dat die jongen met die grote mond uit dat café het misschien wel kon. Dat was het begin. Ondertussen ben ik in Mongolië, Zweden, Finland en ontelbare keren op de Weissensee geweest. Ook heb ik wel belangrijke allroundtoernooien gedaan, maar dat is eigenlijk niets voor mij. Dan moet je heel rustig vertellen dat Sven Kramer een rondje 32.4 heeft gereden. Ik ben meer van het volume.”

Mulder merkt dat de aandacht voor het schaatsen de afgelopen jaren langzaam afneemt. Dat heeft alles te maken met het ontbreken van een Elfstedentocht, maar volgens Mulder moeten de faciliteiten ook veranderen. “Bij de grote toernooien in Thialf betalen mensen zestig euro voor een toernooi. Dan moeten ze buiten de kou in om voor vier euro een broodje kroket te kopen. Er is ook te weinig amusement: je kijkt naar de 500 en 5000 meter en dat is het verder. Doe daar wat aan, zou ik zeggen.”

Niet alleen de sport wacht op de Elfstedentocht, ook Mulder kan niet wachten tot het beroemde ‘it giet oan’ weer eens wordt uitgesproken. “Ik sta al een paar jaar in het draaiboek voor de Elfstedentocht, net zoals in dat van de Overijsselse Merentocht trouwens. Voor een commentator is die tocht in Friesland natuurlijk het summum. Lijkt me prachtig om mee te maken. De ambitie om helemaal mijn vak te maken van dit werk heb ik niet echt. Het lijkt mooier dan het is. Je leeft in hotels. Het is niet voor niks dat veel verslaggevers al aan hun derde huwelijk bezig zijn.”

Rijk worden van zijn hobby, Mulder werkt beroepsmatig namelijk in de zorg, doet hij dan ook niet. “Voor een marathonwedstrijd van de KNSB krijg ik 23 euro. Voor de Weissensee krijg ik 45 euro, maar daarbij zijn het hotel, eten en twee consumptiebonnen inbegrepen. Momenteel geef ik ook commentaar bij de livestream van marathonwedstrijden. Dat is weer een nieuwe uitdaging. Eerder heb ik dat wel eens bij Vlissingen gedaan, maar dat was erg lastig. Dan geef je commentaar bij wedstrijden waarbij de meeste spelers onuitsprekelijke namen hebben.”

De grootste ambitie van Mulder ligt bij zijn andere hobby, vertelde hij met een glimlach. “Ik ben ook duivenmelker. Met Steenwijkerwold zitten we bij Zwartsluis in de afdeling. Henk Marsman is de allergrootste, echt de Johan Cruyff van de duivensport. Als ik die een keer zou kunnen verslaan…”

Mulder heeft ook zijn hobbysport zien veranderen. Zelfs daarin is het ‘d-woord’ verschenen. “Als je duiven voor 3,5 ton kunt verkopen, wordt dat natuurlijk interessant. Alle sporten waarin geld is te verdienen, halen het slechtste in mensen boven. Werkelijk: als je met sjoelen ineens een half miljoen euro kunt winnen, worden mensen ook slecht.”