Joop van Dijk draagt De Laatste Zorg over
Geplaatst op: 15 december 2016
“Ik heb het altijd met respect gedaan”, zegt begrafenisverzorger Joop van Dijk van De Laatste Zorg. Hij heeft de 70 bereikt en gaat het rustiger aan doen. Zoon Dinant neemt de begrafenisonderneming over. 20 jaar lang was Joop zelfstandig. Al langer zit hij in het vak: maarliefst 46 jaar.
En dat terwijl hij het zelf niet zocht. “Ik had er helemaal geen belang bij”, vertelt hij. “Maar mijn vader was met de zaak begonnen.” Van het een kwam het ander en Joop werd een bekend gezicht in Genemuiden en het overige werkgebied van de Van Dijken: Staphorst, Kampen en af en toe ook Friesland.
“Het is hier in Genemuiden een kleine gemeenschap. Daardoor ken je de mensen meer dan in de grote steden”, merkt Joop op. “Hoewel we iedereen hetzelfde behandelen, ben je er dan soms toch iets meer op betrokken.” Sowieso krijgt een begrafenisverzorger een speciale band, legt Dinant uit. “Je komt vijf dagen lang bij mensen over de vloer. Dan krijg je de begrafenis en is het dagelijks contact ook zo ineens weer afgelopen.”
Juist in die tijd beteken je veel voor mensen, zegt hij. “We proberen ze dan ook altijd zoveel mogelijk te ontzorgen.” Joop noemt daarbij de tevredenheid van mensen als een van de mooiste dingen. “Het is altijd mooi als mensen zeggen dat ze veel steun aan je gehad hebben. Er kan natuurlijk een keer wat misgaan. Maar dat hebben we gelukkig zeer weinig meegemaakt.”
Joop nam altijd ruim de tijd voor een gesprek. “Dat werd ook gewaardeerd”, zegt hij. Een van de voordelen die een zelfstandige heeft: “Bij de ‘groten’ hebben ze maximaal zoveel tijd en dan hebben ze de volgende weer.”
Toch heeft het zelfstandig zijn niet alleen maar voordelen: “Ik heb er altijd iets bij gedaan”, vertelt senior. Zoon Dinant zet die ‘traditie’ voort. Hij houdt zich bezig met familiedrukwerk waaronder ook het eigen rouwdrukwerk.
Mensen zijn tegenwoordig zelf meer betrokken op het overlijden van een geliefde. Vroeger had rouw meer afstand dan tegenwoordig, vinden de mannen. “Toen werd het afleggen meestal door de begrafenisverzorger of verpleging gedaan en het dragen van de kist door dragers. Vandaag de dag neemt dat de familie steeds vaker over, wel vaak onder begeleiding van één van ons. Dit draagt bij aan de rouwverwerking.”
Moeilijk bleef en blijft altijd het begraven van kinderen, vindt Joop. “Mensen met een hogere leeftijd begraaf je met andere gevoelens dan jongere personen, al begraaf je geen leeftijd.” Toch begroef hij in zijn twintig zelfstandige jaren elk jaar wel één of meerdere baby’s. “Vaak was dat in besloten kring, en ik ben ook weleens met alleen de vader naar het graf geweest. We deden dat zoals de mensen het wilden.”
Zo werkt het ook bij andere begrafenissen. “We hebben zelf een zwarte lijkauto, maar mensen kunnen ook kiezen voor een grijze of een witte. Dan regelen we dat.” Op dat gebied nam Joop een opmerkelijke verschuiving waar: “Na de ramp met de MH17 moesten alle kisten in zwarte auto’s naar Hilversum vervoerd worden. Dat was opdracht van de regering. Zwart is niet mijn lievelingskleur, maar voor een begrafenis vind ik het wel het netste.”
In dezelfde geest zet zoon Dinant nu de onderneming voort. “Ik zal vast wel wat anders doen. Zo heb ik veel oog voor de jongere generatie, omdat ik zelf ook jong ben. Daardoor kijken mensen misschien ook anders tegen me aan. Maar de uitvoering zal in grote lijnen doorgaan zoals die was. Cremeren, daar zal ik niet aan beginnen.”
Gepubliceerd door Enrico Kolk