Terugblik 2016: Wethouder Visserman

Wethouder Visserman ontving dit jaar Olympisch kampioene Anna van der Breggen in Hasselt. Foto: Gemeente Zwartewaterland

Nee, over het Veerhuis kan hij op dit moment niet praten. Wethouder Dick Visserman wil best over allerlei dingen praten, maar deze kwestie moet ‘ie even laten liggen. De wethouder wil het wel hebben over de gemeentefinanciën: daarmee gaat het de goede kant op.

“We zijn op weg naar een gezonde gemeente. Maar ik blijf zeggen dat we er nog niet zijn”, zegt Visserman. Flink wat gronden verkocht de gemeente in het afgelopen jaar.  In de tijd, dat Visserman nog raadslid was, zijn er veel gronden aangekocht waarop de achterliggende jaren veel moest worden afgeboekt. “Die stappen zijn destijds bij volledig bewustzijn genomen”, merkt hij op. “We wisten toen niet dat er een grote crisis zou komen.”

In december 2017 wil Visserman wethouder zijn van een gemeente die nog gezonder is wat de financiën betreft. Dat betekent niet dat er het komende jaar niet nog meer dingen moeten gebeuren. “Ik hoop dat er verblijfsrecreatie bijkomt in onze gemeente. Een hotel is niet haalbaar, maar we hebben hier nogal wat om te laten zien. We moeten onze kernen blijvend ontwikkelen voor recreanten en toerisme.”

Ook het verder ontwikkelen van de centrumplannen staat op het verlanglijstje van de wethouder. “De samenwerking van onderaf (burgerparticipatie) die we daarbij gehad hebben, moeten we blijvend koesteren.” Daarentegen waren er de laatste tijd weinig raadsvergaderingen, en is ook de eerste voor 2017 alweer vervallen. “Kwantiteit hoeft niet boven kwaliteit gesteld te worden”, vindt Visserman. “Weinig raadsvergaderingen houdt niet in dat er weinig gebeurt.”

Het college gaat haar laatste volledige jaar in van deze bestuursperiode. Op de vraag wat hij vindt van het werken in een ‘christelijk’ college zegt Visserman dat het college ‘collegiaal’, en de samenwerking ‘prettig’ is. “Maar dat was het tijdens de vorige periode met Boshove ook.”  Of Visserman ook in een volgend college weer wethouder wil zijn, laat hij in het midden. “Daar denk ik nog over na.”