Spijt (column Herman Mateboer)
Geplaatst op: 8 februari 2017
In mijn opinie. Dat hoor je vaak in Nederland. We zijn een sterk geopinieerd volkje en als we denken dat we volledig overtuigd zijn van ons eigen gelijk zijn we ook niet bang de stelling met verve te deponeren. Dat kan op andere volkeren nogal bot overkomen. Onze Zuiderburen betitelen ons niet voor niets als d’n botte Ollanders.
Als ik bij mijn huidige werkgever over van alles en nog wat mijn mening zou geven dan zat ik binnen de kortste keren met een enkeltje Istanbul-Amsterdam aan boord van een vliegtuig.
Zelf heb ik me er ook eens aan vergrepen en dat zit me nog altijd dwars. Een opinie is namelijk meestal een eenzijdige kijk en daaruit voortvloeiende kritiek. Veelal gegeven als een statement after the fact, met andere woorden: het heeft geen enkele invloed meer want het is toch allemaal al water onder de brug. Niemand zit er op te wachten en het voegt vaak niets toe. Je krijgt misschien tegengas of misschien vind je iemand die het met je eens is.
Zo vond ik dat ik een paar jaar geleden mijn verlichte visie moest geven over een persoon (in noemde hem destijds niet met naam en toenaam) die in het bestuur zat van SC-Genemuiden. Daar was onmin ontstaan, meestal als dat ontstaat is het niet alleen maar een persoon die daarvoor verantwoordelijk is.
Zoals ik al zei, dat ‘gewijsneus’ heeft me al die tijd niet lekker gezeten, het voegde niets toe aan iets wat al gebeurd was. Ik hou me maar beter bij verhalen vertellen.
Sorry Jacob, sorry Petra.
Spijt.
Er is nog een andere vorm van spijt. Een volledig nutteloze emotie in dit geval, want je kan er helemaal niets mee. Dat is die variant waar je terugkijkt in je leven en spijt hebt van iets wat je niet gedaan hebt, maar wel graag had willen doen.
Ik denk niet dat ik er last van zal hebben als ik weet dat ik slechts nog een paar ademtochten verwijderd ben van een tuintje op mijn buik. Ik heb altijd alles nagejaagd waar ik van droomde. Heb ook nooit met minder of met halfgebakken genoegen genomen. Daarmee heb ik tijdens die avonturen wel es zitten kniezen waar ik aan begonnen was. Bijvoorbeeld toen ik in een stacaravan in Virginia, in de winter, met niets te vliegen en geen nagel om aan mijn kont te krabben, me nogal eenzaam voelde. Maar, ik was begonnen met ‘sköllechien springn’, je kan niet meer terug, je blijft uit lijfsbehoud springen tot je weer vaste grond onder de voeten hebt.
Het uitgelaten gevoel is dan des te groter.
Gisteravond was ik te gast in de gezellige kroeg van Johan Snel. Ik heb daar met bewondering zitten luisteren naar de pelgrims bij Jan Blei umme de toafel. Niet iedereen is hier voor in de wieg gelegd, slechts enkelen voelen zich geroepen, maar ik kon me herkennen in die vrijheid die dat gevoel van reizen geeft. Teruggeworpen worden op jezelf. Er zat langs dat pad niemand te wachten op Dirk Bonthuis of Johan, Genemuider kroegbaas, of een Groninger dokterspaar op de fiets. Maar er waren wel altijd medemensen die hielpen op de reis. Een tocht is vaak zoveel mooier en meer dan het einddoel.
Getuige de verhalen van ontmoetingen met anderen en henzelf zijn deze pelgrims er allemaal als een rijker mens vandaan gekomen. Dat is iets wat ze je nooit kunnen afpakken. Het blijft altijd, althans zo beleef ik het, een soort belevenissenparkje in je hoofd waar je naar toe kan en die momenten weer kan herbeleven en er rust vinden. Even uit de ratrace stappen zeg maar.
You can’t always get what you want, but if you try sometimes, you may just get what you need. No pain, no gain.
Maak de sprong naar de uitvoering van de wens, wat de wens ook is. Stel je bucketlist op en maak er werk van. Want spijt is de meest nodeloze en nutteloze emotie.
Gepubliceerd door Erik Driessen