Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
2 december 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog (8)

Geplaatst op: 23 februari 2017

Genemuiden Actueel publiceert deze periode de herinneringen van Trijn van Berkum-Booi aan de Tweede Wereldoorlog. Zij groeide op in Genemuiden, als zus van Hendrik Post. Momenteel woont ze in Nieuwleusen en daar vertrouwde ze haar oorlogsherinneringen toe aan het papier.

Het brood dat mijn vader bakte was geleidelijk aan bijzonder slecht geworden.

Grijs van kleur met een knoerharde korst en papperig van binnen. Bijna niet te eten, maar honger maakt rauwe bonen zoet. De suiker raakte ook op, en de boter werd schaars en echte koffie en thee waren niet meer te krijgen.

Wel surrogaat, Fama en Pitto van D.E. en van Van Nelle. De surrogaat koffie was lekkerder dan de ‘thee’. Zuidvruchten, zowel vers als gedroogde waren niet meer te koop. Sinaasappels, bananen, citroenen enz…

Ook krenten en rozijnen, pruimen en tuttifrutti waren allemaal weg. Ook witte patentbloem was niet meer te krijgen. Onze klanten brachten emmertjes rogge en tarwemeel. Waar ze op een slinkse manier aan waren gekomen, er stond een hele rij van die emmertjes bij ons onder de toonbank met een etiketje erop van de eigenaar. Zo nu en dan bakte mijn vader daar dan brood van dat o zo heerlijk rook. Maar het was wel strafbaar.

Ook werd er in die tijd wel eens door een klant een braadpan met een groot stuk illegaal vlees gebracht. Dat werd dan in de oven gezet, om te garen. De geur deed mij wel watertanden!  Maar het was geen spekje voor mijn bekje, want de klant was koning !

Er werden ook vaak goederen geruild. Zo ruilden we met de schilder v.d. Wetering brood voor groene zeep. De zeep maakte hij zelf en was van een hele goede kwaliteit. We gebruikten het voor de winkel en de bakkerij en uiteraard voor de was. De surrogaten voor de toiletzeep waren er in twee soorten, het ene was kleizeep groen van kleur, voor het handen wassen. Het andere was gele broszeep voor je gezicht, maar die zeep was zo weer op!

Soms kwam er bij de kruidenier nog wel eens een klein stukje Palmolivezeep te voorschijn. Maar het was altijd ‘voor wat, hoort wat’. Voor niets gaat de zon op. Maar het waren wel kleine blijmakertjes !!

Zo ook het doosje vooroorlogse schuimpjes dat ik kreeg van Jenne.  Een winkelierster, waar je niet vaak met lege handen weg kwam.

Die schuimpjes daar heb ik weken over gedaan om die op te snoepen. Ook miste ik in die jaren de ”apenoten”.  Ik rook dikwijls aan de lege bus waar ze altijd ingezeten hadden. En dan dacht ik aan al die uurtjes dat we samen aan de tafel aan het pellen waren. Wanneer zou die tijd terug komen?

Als Jan’om of Gait’om die allebei een boerderij hadden gingen slachten, dan kregen we een enkele keer een hutspottien. Dat bestond uit een stukje spek en metworst, een stukje leverworst en bloedworst en niet te vergeten varkensribbetjes. Ook zat er wel eens een stukje ‘Naegeloalt’ bij [hard gerookt vlees].

Dat waren van die lichtpuntjes in donkere tijden.

Het laatste oorlogsjaar kookte mijn moeder pudding of pap met een beetje zout erin, omdat de suiker opraakte. Op zoute pudding was ik dol, onbegrijpelijk !

Maar honger, echte honger hebben we gelukkig niet gekend. Wel schaarste aan bijna alle dingen.

Als kind werd me bijgebracht dat ik zuinig moest zijn. Op snippertjes papier, op lapjes textiel, en op wol en garen, op eten en drinken.

Maar ook licht uit, kraan dicht en juist deze dingen zitten er na al die jaren nog steeds in!

Genemuiden had in die tijd twee openbare schuilkelders, ingegraven bij de Sas. Daar werd ik van tijd tot tijd heen gestuurd met 2 petroleumkannen. Of dat op speciale vergunningen gebeurde weet ik niet meer, maar waarschijnlijk wel. Petroleum was ook zeer schaars. Aan beide armen een zware kan waarvan de tuit dichtgestopt was met een prop papier. Opdat er maar geen drup verloren zou gaan, sjouwde ik heel voorzichtig naar huis.

Maar ik kwam ook nogal eens met lege handen thuis, dan was alles op.

Vlakbij de school was een kleine snoepwinkel waar we vaak voor het winkelraam stonden te hunkeren. Gemalen drop was mijn favoriet, maar ook een lolly of een zuurstok was niet gek. Dit snoep was ook niet meer wat het geweest was, allemaal surrogaat. Ook de kauwgom die ik kochtte was van een hele slechte kwaliteit. Zelfs Jente Kännechien de koopvrouw vond het maar niks !

Ja, die kauwgom, daarvan is nog een verhaal apart.  Maar dat volgt later.

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500