Roofvogels zijn verguisd en aanbeden
Geplaatst op: 30 maart 2017
Foto Ronald Messemaker
Tot de verbeelding sprekend en angstaanjagend tegelijk. Boswachter Ronald Messemaker van Natuurmonumenten gaf dinsdag een lezing over roofvogels en uilen in De Wieden. Een avond vol mooie anekdotes. “Verguisd én aanbeden. Op sommige plaatsen in de wereld worden ze vergiftigd en tegelijkertijd worden ze afgebeeld op wapens”, vatte Messemaker de verschillende gevoelens over roofvogels samen.
“Kijk, kijk…”, gebaart de boswachter naar de lucht, als hij zijn toehoorders bij Bezoekerscentrum De Wieden verwelkomt. “Een hemelgeit…”, verduidelijkt Messemaker en hij imiteert het kenmerkende ‘gemekker’ van de watersnip. Het vibreren van de buitenste staartpennen brengt dat voort. Messemaker past meteen zijn lezing aan en begint met een korte uiteenzetting over de watersnip.
Daarna volgt een lange lijst roofvogels, van groot naar klein. “De vliegende deur…”, introduceert de boswachter zijn eerste gespreksonderwerp: de zeearend. Hij toont een foto die hij recent nam in de aalscholverskolonie bij Wanneperveen. Alle aalscholvers verdwenen rap uit de bomen toen de imposante arend een kijkje kwam nemen. “Ze komen sowieso steeds vaker ‘shoppen’ in De Wieden. Ook in de Beulakerpolder duiken ze regelmatig op”, vertelt Messemaker. En dat zijn niet alleen de exemplaren van het Vogeleiland, ook vanuit Flevoland bezoeken zeearenden De Wieden. “Hun nesten kunnen soms wel vijfhonderd kilo wegen”, geeft de boswachter nog als opmerkelijk feit mee.
‘Kleine neef’ de visarend volgt. Nederland én De Wieden vormen een ideaal decor voor hem, toch zijn er hoogstzelden broedparen. “Vorig jaar hadden we een overzomerend stel bij Wetering. Dat werd even spannend, maar uiteindelijk is het toch niet van broeden gekomen”, zegt Messemaker. Ook met de drie soorten kiekendieven gaat het minder in Nederland. In De Wieden broedt de bruine kiekendief wel. “Een goede locatie om hem waar te nemen is de uitkijktoren in De Auken”, tipt de boswachter.
Buizerds zijn er wel volop in De Wieden. Naar schatting huisvest het gebied tachtig broedparen. Ook slechtvalken (die een snelheid van 300 kilometer per uur halen), sperwers, torenvalken en wespendieven zijn te zien in deze regio. Komt het op overleven aan, dan leggen ze het af tegen de havik. “Dat is de absolute killer, de toppredator in De Wieden”, zijn de laatste woorden van Messemaker voor de pauze.
Na de onderbreking volgt zijn uiteenzetting over uilen. Hun aanwezigheid hangt voor een deel samen met muizen. “Twee jaar terug was het een goed muizenjaar. Toen zag je met name in De Weerribben heel veel velduilen. Alsof ze het ruiken”, zegt boswachter, waarna een aanwezige oppert dat ze wellicht door Facebook of Twitter op het spoor zijn gezet.
Met de kerkuilen gaat het goed, de oehoe is zeldzamer. “Het lijkt me prachtig als we de grootste uil ter wereld in De Wieden zouden hebben. Vorig jaar was er een exemplaar in Heetveld. Dat bleek echter een ontsnapte oehoe, die nog behoorlijk agressief was ook.”
De belangstelling voor de lezing van Messemaker was groot. Op 19 april geeft Astrid Kant een lezing over weidevogels. Een plekje reserveren kan via https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebied/nationaal-park-weerribben-wieden/activiteiten/agenda
Gepubliceerd door Erik Driessen