Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog (14)
Geplaatst op: 6 april 2017
Genemuiden Actueel plaatst deze maanden de herinneringen van Trijn van Berkum-Booi aan de Tweede Wereldoorlog. Ze groeide op in Genemuiden. Dit keer over de angst voor razzia’s en de langzaam terugkerende hoop.
Op een morgen kwam ik bij grootmoe die me met een geheimzinnig gezicht mee loodste naar de woonkamer. ‘Wil je eens wat aparts zien’? vroeg ze aan mij.
Tot mijn grote verbazing zag ik daar twee lachende jongenshoofden van achter de bedstee gordijntjes naar mij kijken. Mijn broer Hendrik en Dirk de Lange lagen daar zo geheimzinnig te doen.
Ze vertelden dat ze de vorige avond erg lang bij hun meisjes, de zusjes Margje en Mina, waren geweest. Een beetje te lang misschien. Tegen twaalven hadden de meisjes pas de voordeur achter de rug van de jongens gesloten. Ze bleven met hun tweetjes nog even in een portiek staan voordat ze de straat zouden oversteken. Om de hoek van de Dijk hoorden ze de Duitse nachtwacht aan komen krossen.
Doodstil bleven ze staan. De Duitsers kwamen over de stoep al dichter en dichterbij. En laten ze nu een halve meter voor de twee jongens halt houden om een sigaret op te steken!
De jongens durfden geen adem te halen, en knepen elkaars handen blauw. Het was een geluk dat er geen maan te zien was, maar een mistige aarde donkere lucht. De Duitsers liepen even later rustig verder, en de jongens vluchtten de straat over, de steeg in die in de Achterstraat uit kwam. Maar Dirk durfde niet naar huis en bleef toen ook maar bij grootmoe, waar de bedstee al uitnodigend op hen wachtte.[met vlooien en al].
En grootmoe vond het wel goed zo. Maar dit keer was het wel op het nippertje geweest.
Heb ik al verteld wat mijn moeder verzonnen had met onze bonkaarten? Ja, dat bonnenstelsel was altijd een heel gedoe. Je moest er altijd de schaar bij gebruiken en dat bracht moeder op het idee om er de naaimachine bij in te schakelen. Ze deed voor wat ze had uitgedacht. Zonder garen in de naald langs de vierkante lijntjes jakkeren, en maar gaatjes perforeren! En zo gebeurde het, zie je me al? Draaiende aan het naaimachinewiel gaatjes in papier prikken. Het gedoe had tweeërlei doel. Ten eerste kon je nu de bonnen gemakkelijk afscheuren. En ten tweede leerde ik met de naaimachine omgaan. Ja, ik had een bijzonder vindingrijke moeder!!
Met een groot respect voor haar uithoudingsvermogen denk ik aan haar terug. Hoe ze schipperde met de verschrikkelijk moeilijke zaken waarvoor ze kwam te staan. Daarbij denk ik alleen al aan haar geduld met boze klanten, geprikkelde mensen door de moeilijke omstandigheden van het leven toen.
En ieder mens afzonderlijk beleefde dat op zijn eigen manier. Hoe voorzichtig moest ze zijn tegenover de mensen die haar soms levensgevaarlijke dingen vertelden. Nee, “Kleusien” zou het vast niet verder vertellen. Het was bij haar wel veilig.
En de klant was koning! Dat heeft moeder mij wel zo op het hart gedrukt. Ze moest verhalen aanhoren van vriend en vijand.
En de vrede bewaren toen er een paar scheldende vrouwen elkaar in de haren vlogen. En toch mocht ze graag als verkoopster achter de toonbank staan.
Haar zorgen voor mijn broer logen er ook niet om! De angst als er weer een razzia aan de gang was, dan kwamen er berichten door: die en die is opgepakt. En dan waren we weer zo opgelucht dat het onze deur weer voorbij was gegaan. Gevangenneming, executie’s en martelingen waren op het laatst aan de orde van de dag.
Maar ook was er nog vertrouwen en humor, geluk en liefde, en hoop op een andere tijd. Een tijd van vrede, welvaart, voldoende voedsel en beter kleding en waterdicht schoeisel.
Ja, die hoop hield de mensen op de been.
Gepubliceerd door Erik Driessen