Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
25 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Kruidnagel verbindt Geelmuiden met Genemuiden

Geplaatst op: 27 oktober 2017

“Dit hele kleine bloemetje heeft ervoor gezorgd dat wij hier vanavond bij elkaar zijn: de kruidnagel.” Henk Schuurman openbaarde vrijdagavond al snel de aanleiding voor de ‘avond van Henk en Henk’ in de garfkamer. Dat was de werknaam voor de avond die de stichting Vrienden van Oud Genemuiden voor vrijdag organiseerde.

Schuurman is van 1991 tot 1996 werkzaam geweest als zendeling in Noord-Halmahera. Dat ligt, vanuit Genemuiden, bezien op een steenworp afstand van Geelmuiden. Maar er zit nog wel een afstandje tussen, vertelde Schuurman. “Ongeveer van Leeuwarden naar Maastricht.” Desondanks was Schuurman nooit in Geelmuiden, wat eigenlijk twee eilanden zijn. Groot-Geelmuiden en Klein-Geelmuiden liggen allebei in Zuid-Halmahera. “Ik ben er weleens langsgevaren.”

De cultuur, denkt Schuurman, zal toch veelal hetzelfde zijn. Als zendeling ontdekte hij daarin een groot verschil met de Nederlandse: Het is minder individueel. “Alles doe je daar als groep. Je gaat met elkaar naar de kerk, je gaat met elkaar naar Bijbelstudie. Eigenlijk is het zo dat je niet persoonlijk kiest.”

Hele dorpen kwamen bij elkaar om hun godsdienst te kiezen. “Het ene dorp werd moslim, het andere dorp protestants.” Zelfs het huwelijk is niet persoonlijk: “Het is geen verbintenis tussen man en vrouw, maar tussen twee families.”

Maar het was de kruidnagel die Genemuiden verbindt met Geelmuiden. Columbus ontdekte Amerika op zijn zoektocht naar dit ‘bloemetje’. Dat was ook in Indonesië te vinden, waar dus de ‘Hollanders’ terechtkwamen. Na de handelaren volgden ook de zendelingen.

Hendrik van Dijken was de eerste. “Ik ben er nog steeds trots op dat hij de eerste Hendrik was die er kwam, in 1866, en ik de laatste Hendrik”, maakte Schuurman een kwinkslag. Met net zo’n kwinkslag liet hij diverse voorwerpen uit de Indonesische cultuur zien. Gera Pleijsier, uit de zaal geroepen, werd omgetoverd tot een typische Indonesische vrouw: met mand op de rug.

Terug naar Genemuiden. Dat had oorspronkelijk de naam Geelmuda, of ook wel: Geelmuiden. Oud-plaatsgenoot en voormalig zendeling Henk van der Steeg had wel een idee hoe die naam ook in Indonesië terechtkwam. “Een eilandje met de naam Geelmuiden is best bijzonder.  Ik stel me zo voor dat er een schipper langsvoer, die misschien wel uit Genemuiden kwam. En het kan maar zo zijn dat het eiland hem aan Genemuiden deed denken. Dat hij het daar zag met de bomen en dacht: ‘t lijkt de kaai wel.”

En dat de naam niet identiek is, valt ook te verklaren. “We praten zelf ook over Gaellemuun. Niks proatn over Genemuden of Genemuun, ’t is Gaellemuun.”

Van der Steeg kwam, als zendingspredikant, ook in de buurt van de eilanden Geelmuiden. Tijdens de avond in de garfkamer vertelde hij iets over de geschiedenis van Papoea-Nieuw-Guinea, waar hij werkzaam was. Dominee van der Jagt, afkomstig uit Genemuiden, kocht er ooit twee kinderen vrij.

In 1962 vond in Papoea-Nieuw-Guinea een uittocht van Nederlanders plaats, nadat Nieuw-Guinea losgemaakt werd van Nederland. “Traumatisch”, noemde Van der Steeg die ervaring voor de inboorlingen. In 1969 kwamen Van der Steeg en zijn vrouw in Papoea. Over de zendingshistorie van Papoea overhandigde hij een boek met de naam Vergeten Wereld, dat binnenkort in de Openbare Bibliotheek te vinden is. Siegfried Zölnner scheef dat boek over de eerste ontmoetingen met de Yali’s in het bergland van Papua.

Daar is het nu niet goed gesteld, vertelde de oud-Genemuidenaar. “Dat is een heel verdrietig verhaal. De Papoea’s zijn een minderheid in hun eigen land. Indonesiërs komen er naartoe omdat er veel te verdienen is. Hout wordt er gekapt, goud wordt er gevonden. Wat betekent dat voor de oorspronkelijke bevolking? De voedselvoorziening? Het milieu?” Journalisten krijgen er geen toestemming om hun werk er te doen, zei Van der Steeg. “Daarom weet u hier niets van.”

De verbondenheid met Papoea is er nog steeds. “De kokos, het riet en de biezen, doet allemaal denken aan Genemuiden. En het zingen. Vroeger had je hier de club van licht & donker, die liepen over het diekien en die zongen. Ik hoorde in Papoea twee jongens zingen, dat deed me daaraan denken. Als je in Papoea in de kerk komt, dan doet het je denken in Genemuiden. Zo hartstochtelijk! Zingen, daarvoor leef je.”

Gepubliceerd door Enrico Kolk
Van Dijk Containers 500