Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
7 oktober 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Harrie en de Sluipende Beeldenstorm (door Gert Wentink)

Geplaatst op: 27 november 2017

Wie deze titel leest zal denken dat het hier gaat om een nieuw spannend jongensboek. Over een geuzenjongen in de strijd tegen de Spaanse overheersing en Roomse inquisitie, ten tijde van de Tachtigjarige oorlog. Niets is echter minder waar. Bovenstaande titel heb ik afgeleid van het artikel “Sluipende beeldenstorm in Zwartewaterland” van de hand van PvdA-er Harrie Rietman, dat afgelopen vrijdag 24 november op de website van Genemuiden Actueel verscheen.

Als kapstok voor zijn betoog gebruikt Rietman een anekdote over een SGP-gemeenteraadslid van midden vorige eeuw, die de woorden “Gien meziek, en op zundag dechte” bezigde.

Eerlijk is eerlijk, Rietman kan leuk vertellen en puntig schrijven. Maar met dit compliment houdt mijn waardering voor zijn bijdrage dan ook wel op.

Zijn thema sche(r)tst Rietman met de woorden: Zwartewaterland ondergaat onder het huidige reformatorische bewind van SGP, Christen Unie en CDA een “sluipende beeldenstorm”.

De teneur van zijn artikel is dat niet-confessionele Zwartewaterlanders geknecht worden door een reformatorische meerderheid in het gemeentebestuur.

Diverse digitale lezers reageerden inmiddels, naar aanleiding waarvan Rietman verzuchtte om een inhoudelijke reactie. Bij dezen. En waar Rietman begon met een anekdote, zal ik ermee eindigen.

Scheiding van kerk en staat

Rietman stelt dat scheiding van kerk en staat twee zaken inhoudt: enerzijds de waarborging van een onbelemmerde uitoefening van religieuze overtuiging, en anderzijds het niet opleggen van godsdienstige opvattingen in de publieke ruimte. En dat laatste doet de reformatorische meerderheid, volgens Rietman, nu juist wel.

Kijkend op de website denederlandsegrondwet.nl lees ik het volgende:

De scheiding van kerk en staat is een algemeen aanvaard principe dat religieuze instellingen in Nederland en de Nederlandse staat zich niet met elkaar bemoeien. Zij hebben geen inhoudelijke en institutionele zeggenschap over elkaar. Overigens staat het begrip, scheiding van kerk en staat, niet als zodanig genoemd in de Grondwet, maar vloeit voort uit het grondrecht van de vrijheid van godsdienst en het gelijkheidsbeginsel.

Het gaat bij scheiding van kerk en staat dus om inhoudelijke en institutionele zeggenschap. Anders gezegd, dat een synode of kerkenraad geen zeggenschap mag hebben in staatsrechtelijke zaken. Daarvan is in Nederland geen sprake.

De formele definitie is, in mijn beleving, toch wel iets anders dan “het niet opleggen van godsdienstige opvattingen in de publieke ruimte”, zoals Rietman stelt. Maar het is duidelijk dat deze zaken gevoelsmatig dicht bij elkaar liggen, en dat brengt ons dan direct bij het volgende punt.

Inbreuk op de vrijheid van anderen

Het begrip vrijheid laat zich, na de zondeval, in de praktijk van alle dag, niet in volmaakte en absolute zin uitwerken. Dat laten ons de wereldgebeurtenissen wel zien. Zo leidt de vrijheid die de een wenst of claimt, tot een aantasting en beperking van de vrijheid van de ander.

Rietman betoogt dat godsdienstige opvattingen niet bepalend mogen zijn voor wat zich afspeelt in de publieke ruimte. Zodra ik dus naar buiten ga, en deelneem aan het politieke en maatschappelijke leven, wil Rietman dat ik mijn godsdienstige overtuiging achter de voordeur parkeer. Maar als je voor jezelf weet dat je godsdienstige overtuiging zeggingskracht heeft voor het geheel van leven en maatschappij, dan kan het toch niet zo zijn dat je die overtuiging “loskoppelt” zodra je aan de Gemeenteraadstafel zit, en dan maar moet instemmen met alles wat ter tafel gebracht wordt , maar niet overeenstemt met jouw levensovertuiging?  En hoe verhoudt zich dat dan tot mijn vrijheidsbeleving? Het lijkt mij wel duidelijk dat in de praktijk de vrijheid van godsdienst en het gelijkheidsbeginsel tot een spanningsveld kunnen leiden.

Verontrusting over de toekomst

Voor Rietman doemt een scenario op:

– van versterking van het oerconservatieve beeld van Zwartewaterland.

– van een gestaag groeiende reformatorische meerderheid, die inmiddels heel Zwartewaterland

in haar greep heeft.

– van het gevaar van een nog verder naar rechts opschuivend bestuur van Zwartewaterland.

Moet ik hieruit opmaken dat het niet-reformatorische volksdeel zich op dit moment al kreunend en steunend door Zwartewaterland begeeft, verstoken van allerlei leuke dingen voor linkse mensen? Kom nou toch!! Ik kan een reeks van (muzikale) evenementen en onderdelen van festiviteiten opnoemen, waar de gemiddelde SGP-er geen behoefte aan heeft, maar die in onze gemeente wel degelijk plaatsvinden, ondanks die door Rietman vermaledijde reformatorische raadsmeerderheid en college van B&W.

Politieke duiding

Het PvdA-bestuur vroeg zich eind 2016 vertwijfeld af wat hen te doen stond. Het kwam met de van Marx afgeleide oproep: “Progressieven in Zwartewaterland, verenigt u”. Echter bleek de gehoopte lokale aansluiting van landelijke D66-, Groen Links- en SP-stemmers een tegenvaller. Dan maar, in arren moede, op eigen kracht, de aanval ingezet met stemmingmakerij richting de confessionele partijen, onder leiding van spreekstalmeester Harrie Rietman!

Voor Rietman is duidelijk dat de grootste kans om de balans in het bestuur van Zwartewaterland weer wat meer in niet-confessionele richting te krijgen, het terugwinnen van de derde PvdA-zetel is. Met daaraan gekoppeld natuurlijk de pretentie tot het leveren van een wethouder, en het uit het college wippen van de SGP, die in zijn ogen het grootste kwaad in dezen is.

Waar denkt Rietman de hiervoor benodigde stemmen vandaan te kunnen halen? Een nieuwe lichting Doorbraak socialisten, komende vanuit de confessionele partijen?

Of sluipend hengelen in de vijver van Gemeentebelangen en VVD?

Tegen deze partijen zeg ik: Als Rietman de passie preekt, Withaar en Smits pas op je kiezers!

Harrie Rietman begon met een anekdote; ik eindig er mee.

Op de avond na de Gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002 vond een historisch lijsttrekkersdebat plaats tussen de partijleiders voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei van datzelfde jaar. Pim Fortuyn (landelijk LPF) had met zijn locale Leefbaar Rotterdam de PvdA ter plaatse overwonnen. PvdA-voorman Ad Melkert zat zichtbaar verzuurd en mopperig aan tafel. De uitslag bij die daaropvolgende Tweede Kamerverkiezingen was voor de PvdA dramatisch, en mede te wijten aan Melkert’s optreden.

Het artikel van Harrie Rietman nu, is net zo verzuurd, als het gezicht van Ad Melkert toen.

Ik vraag mij werkelijk af of Rietman zijn achterban, en het streven naar een derde PvdA-zetel, met een artikel als dit, een dienst bewijst. Laat staan de politieke en persoonlijke verhoudingen in het gemeentebestuur. Voor mij is het antwoord wel duidelijk. Niet dus!

Gert Wentink

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500