Rocken in de buuznskuure
Geplaatst op: 17 december 2017
Eimie Rook en Gert Bekendam vertelden tijdens Umme de Draaitoafel het verhaal van hun muzikale loopbaan in de jaren zeventig. Die begon in de ‘buuznskuure’ van de vader van Rook, zo vertelde hij in d’ Olde Soldoat. “Met oude radio’s waarvan we versterkers probeerden te maken…”
Medemuzikanten uit de begintijd waren onder meer Johannes Beens en Hans Mateboer en later Henk van den End. Het allereerste optreden van Smoke vond plaats tijdens een schoolfeest van de Mavo in Gebouw Vrede in Zwartsluis. Ondertussen was er voor honderd gulden een soort van drumstel gekocht. “Achteraf was die periode levensgevaarlijk. Bij de zelfgebouwde versterkers verbonden 220 volt rustig met koper”, herinnert Rook zich.
Al snel kreeg Smoke en later Smoke Phantom serieuze vormen. Ze schopten het onder meer tot voorprogramma van Earth and Fire. “Toch hadden we moeite om de regio uit te komen”, zegt Bekendam nu. “Maar hier in de streek traden we veel op. Op optredens in d’ Overtoom kwamen driehonderd man af. Volgens mij verdiende d’ Overtoom daarmee weer het geld om andere, onbekende bands op te laten treden.”
Een klap was het stoppen van Zwollenaar Van Dijk, die toen samen met Rook en Bekendam de band vormde. “Dat was een uitstekende gitarist, maar zijn vriendin was niet zo gecharmeerd van de band. Hij moest kiezen: de band er uit of de vrouw eruit…”, herinnert Bekendam zich. Later vormde het duo met een zangeres uit Raalte nog de band The Heat. Ook daarmee traden ze veel op. Een zangeres moest wel wat power hebben om boven het drumwerk van Rook uit te komen, lachte Bekendam. “Een echte houthakker…” Rook: “Ik hield wel van werken achter de drums ja…”
In totaal heeft het duo 45 jaar op wat voor manier dan ook samengespeeld. Hoogtepunten en merkwaardige momenten te over. “We moesten een keer optreden in De Karre en daar had iemand uit Genemuiden een show bedacht inclusief wat vuurwerk. Dat liep niet goed. Het hele podium was een grote vuurzee, die hele zaak zou afbranden.”
Gepubliceerd door Erik Driessen