Domotex (column Wim Rietman)

In de afgelopen dagen vond de Domotex weer plaats in Hannover. Dat is de internationale vakbeurs waar de hele vloerenbranche zich jaarlijks treft. En uiteraard was ook de plaatselijke inbreng weer van een behoorlijk niveau.

Voor mezelf is zo’n beurs aan het begin van januari meestal de grootste krachtsinspanning van het hele jaar. En dat zowel op fysiek als psychisch gebied. Je legt in Hannover een basis voor het hele jaar en het liefste begin je natuurlijk op een stevig fundamentje.

De buitenwacht denkt nogal eens dat het acteren op een beurs niet veel meer is dan overdag lekker lullen en ’s avonds dan nog eventjes de bloemetjes buiten zetten. Ik zal niet ontkennen dat dat in het verleden weleens gebeurd is, maar de tijd dat mijn collega Jan Bakker en ik ’s nachts de lichten uitdeden in de hotelbar ligt ver achter ons.

Tegenwoordig is het niet veel anders dan echte topsport. ’s Morgens om 6 uur gaat mijn wekker. Ik begin de dag dan met een rondje hardlopen, waarna we met ons team gezamenlijk ontbijten. Om 9 uur zijn we op onze stand, waar we tussen 19.00 en 20.00 uur weer vertrekken. Daarna gaan we nog aan tafel en besluiten met een drankje in de bar. Maar uiterlijk tegen 23.00 uur zoeken we ons mandje wel op. Uitgeteld.

In het verleden waren er duidelijk meer standhouders uit Genemuiden, maar omdat de Belgen dit jaar grotendeels ontbraken was de gemeente Zwartewaterland een belangrijke factor in het aanbod van vloerbedekking.

Betap, de Condor-groep, Hamat,  ITC-Flooring, MD-matting, Rinos en Robusta presenteerden zich allemaal. En soms wordt de inbreng van aan tapijt gerelateerde bedrijven uit Genemuiden wel eens wat onderschat. Ik kan u meedelen dat firma’s als Gebufa, Vanda en Vica internationaal een behoorlijk deuntje meeblazen als verwerkers van een hele hoop vloerbedekking voor karpet en trapmat, maar ook voor de automobielindustrie. Dan hebben we nog de stalenmakers Delan, Decostayle en Kresta die bijna alle Europese spelers in zowel de harde als de zachte vloerbedekking tot hun klantenkring mogen rekenen. Kunstgras is booming business tegenwoordig. Flink wat bedrijven uit Genemuiden hebben zich er met succes op toegelegd. En wat te denken van de creatievelingen van Conceptum en Prestige? Zij nemen veel van de presentatie van de standhouders voor hun rekening. En dan natuurlijk nog de lokale transporteur Verhoek, die met afstand de grootste in hun segment in Europa is.

Genemuiden weert zich nog steeds uitstekend op een nog steeds krimpende tapijtmarkt. En men heeft tijdig geanticipeerd op veranderingen door te investeren in tijdloze producten als naaldvilt en nieuwe trends als kunstgras.

Ik heb er een hekel aan wanneer mensen zichzelf op de borst kloppen, maar als ik zie en constateer hoe onze lokale industrie zich staande houdt in een werkelijk moeilijke branche dan is een klein beetje trots op ons stadje toch wel op zijn plaats.