Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
14 december 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Coronablog zondag 31 mei (door Wim Rietman)

Geplaatst op: 31 mei 2020

Zoals u ziet heb ik het “blogstokje” weer even overgenomen van Erik Driessen.  Ik had tijdelijk een beetje afstand genomen omdat het verdriet toch wel erg dichtbij was gekomen. En als lezer is het denk ik ook wel prettig om eens van iemand anders zijn ervaringen kennis te nemen. Maar nu was zelfs Eriks inspiratiebron wat aan het opdrogen. Dat gebeurt bij iedere schrijver. Alleen al om die reden krijgt hij de pen straks ongetwijfeld weer van mij terug. 

Zondag 24 mei 
De laatste dag alweer van een vierdaags weekend. Grote plannen zijn logischerwijs achterwege gebleven. En dus kabbelen de dagen wat voort.
Ik check de verschillende sociale media naar aanleiding van het lokale muziekproject “Lösse Eindties”. Gisteren is hun nieuwe song uitgebracht. “Reer ie?”, heet het nummer. Ik heb daar de tekst voor mogen schrijven.
De reacties zijn over het algemeen lovend. Met name voor zanger Gerben Beens en componist Maaike Brouwer die zichzelf in dit breekbare liedje werkelijk overtroffen hebben.

 Maandag 25 mei 
“Heb je last van je rug?”, vraagt een collega wanneer ik blijkbaar wat moeizaam het kantoor betreed. Eerlijk gezegd ben ik nooit rugklachtenvrij en met mijn houten motoriek word ik zelden met een gazelle vergeleken.
Maar de stramheid is inderdaad wat erger dan gewoonlijk. En dat heb ik ook volledig aan mezelf te danken. Net als heel veel andere mensen worden bij ons thuis momenteel allerlei klusjes rond de woning uitgevoerd. Zo is er ook een nieuw zithoekje in de tuin ontstaan. De siertegels daarvoor besloot ikzelf van de parkeerplaats naar de eindbestemming te verplaatsen. Na drie etappes met de kruiwagen verschenen de eerste zweetdruppeltjes al op mijn verhitte gezicht. Mijn respect voor de jongens die dergelijk werk dagelijks doen was inmiddels al naar maximale hoogte gestegen. Maar goed, ik klaarde de klus en met een tevreden gevoel nam ik samen met collega Ronald even de planning van het straatwerk door.  Dat ging hij voor zijn rekening nemen. Ik kon het niet laten om hem het enorme gewicht van de tegels te benadrukken.  Hij haalde slechts zijn schouders op. “Het zijn halven”, was zijn reactie.

 Dinsdag 26 mei 
Het is een min of meer bijzondere dag, want voor het eerst sinds 11 maart ga ik weer op klantenbezoek in Duitsland.  Toch is alles volledig anders dan normaal. Tijdens een tussenstop gooi ik de tank even vol en neem ik de tijd voor een kop koffie. Het dragen van een mondkapje is verplicht tijdens het afrekenen en voor ik mijn warme drankje krijg moet ik eerst een formulier invullen met adresgegevens en telefoonnummer. Dit alles met de achterliggende gedachte om mensen bij nieuwe Corona uitbraken zo snel mogelijk te kunnen traceren. En om verdere verspreiding vervolgens trachten te voorkomen.

De afspraak zelf verloopt soepeltjes. Wel nemen we wat uitgebreider de tijd dan gebruikelijk. Er is ook een hoop te bespreken. De winkelketen die ik bezoek heeft net als veel andere branches een moeilijke en onzekere tijd achter de rug. En ook zijn er nog veel vraagtekens voor de toekomst. Voor de fabriek waar ik werkzaam ben geldt natuurlijk hetzelfde.
Met een leuke order op zak neem ik uiteindelijk afscheid. De blijdschap om een mooie bestelling is in al die jaren dat ik dit werk nu doe nooit verminderd. Succes zorgt uiteindelijk voor de adrenaline waar het motortje van elke verkoper op draait.

Woensdag 27 mei 
Ik heb in de buurt van Nürnberg overnacht. Ook in hotels is het nodige veranderd. Zo moest ik bij het inchecken al een lijstje met mijn onbijtwensen en -tijdstip invullen. Daarmee was ik overigens al snel klaar.
Aan één broodje heb ik ’s morgens genoeg en de koffie bewaar ik voor de eerste afspraak op die dag. Toch doe ik een zeldzame uitspatting en vink het vakje spiegelei aan.
Na de nodige ontsmettingsmaatregelen word ik  naar een tafeltje geleid. De serveerster draagt handschoenen en een mondkapje. Even later wordt mijn bestelling keurig gebracht.
Van het personeel wordt het nodige gevraagd op dit moment. Gelooft u me maar dat het niet prettig is om de hele dag met een mondkapje op rond te lopen. Toch zijn er nog steeds mensen die maar weinig begrip op kunnen brengen voor deze ongewone situatie. Ik hoor bij een tafeltje een eindje verderop een heer op leeftijd zijn beklag doen over het feit dat hij in plaats van vruchtensap jus d’orange geserveerd heeft gekregen. Hoofdschuddend verlaat ik de ontbijtzaal.

Donderdag 28 mei 
Als man op leeftijd heb ik gisteravond mijn debuut als jeugdtrainer gemaakt bij de jongens van Sportclub onder 19. Ik maak meteen al een slechte beurt door vijf minuten te laat te komen. Veel kon ik daar overigens niet aan doen. Ik stond nota bene een uur in de file voor de pont naar Genemuiden. Door een brand bij een scheepswerf in Hasselt werd ik gedwongen via Zwartsluis naar huis te rijden.
Alle respect voor Sportclub dat de voorzorgsmaatregelen op “de Wetering” uitermate serieus neemt. Wie geen gegronde reden heeft komt het sportpark niet op. Vrijwilligers blijken ook nu weer goud waard.
Eenmaal op het veld waan ik me al snel weer het ventje van vroeger. Ik deed niets liever dan de hele dag lummelen met een bal.
In verband met de 1,5 meter afstand regels blijven de oefeningen van leider Jan Vaandering en mij beperkt tot spelletjes en verschillende afrondingsvormen. Het plezier is er niet minder om. De jongens hebben er zichtbaar baat bij dat ze in een ongedwongen sfeer weer wat tijd met elkaar door kunnen brengen. De sociale functie van een club als Sportclub komt zelfs in deze bijzondere tijd aan de oppervlakte.

Vrijdag 29 mei 
Met een goed gevoel ga ik naar huis. Voor het eerst in twee maanden tijd is de weekomzet weer enigszins in lijn met wat gebruikelijk is in deze periode van het jaar. Maar één zwaluw maakt nog geen zomer. Dat besef is er maar al te goed.

Zaterdag 30 mei 
Het belooft een mooi Pinksterweekend te worden. A.s. maandag mag de horeca (voorzichtig) weer open. Dat geeft hoop, en hoop doet leven. Toch maak ik me met name om de plaatselijke horeca wel zorgen. De ruimte die ze ter beschikking hebben is in mijn ogen te klein om voor een verdienmodel te zorgen. Ook al is de plaatselijke overheid op dit gebied wel coulant. Ik ben van mening dat in deze uitzonderlijke situatie ook uitzonderlijke maatregelen getroffen dienen te worden. Het is bijna 1 juni. Het zomerseizoen staat voor de deur. Ik pleit er voor om een substantieel gedeelte van het Havenplein vrij te maken voor onze gezamenlijke horeca. Het zou wellicht mooi zijn om er een zandlaag op aan te brengen, om zo een tijdelijk stadstrand te realiseren. Die vind je onderhand al her en der in steden. De lokale hoveniers kunnen het ongetwijfeld mooi aankleden. Er kan een hoek vrijgemaakt worden waar de kleintjes naar hartenlust kunnen spelen, terwijl de ouders van een kop koffie of glaasje wijn genieten. De horeca zou gezamenlijk over de exacte invulling kunnen beslissen. Wanneer hiervoor een tijdelijke vergunning afgegeven wordt tot bijvoorbeeld eind September dan zouden we de zorgen van Harold, Herman en Johan en wie al niet meer ongetwijfeld kunnen verlichten.
Nu hoor ik op de achtergrond al criticasters met de vraag hoe het dan moet met de parkeergelegenheid in het centrum. Allereerst zou een aantal mensen eens de fiets kunnen gebruiken. En daarnaast kom ik geregeld langs de Koppel waar een parkeergelegenheid gelegen aan de binnenstad nauwelijks gebruikt wordt. Waar een wil is, is een weg, lijkt me.

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500