16 juni 2025
Gebruikers online: 0

Van bouwvak tot bruiloft: woorden veranderen (column Albert Riezebos)

Geplaatst op: 4 juni 2025 Gepubliceerd door: Robert Jansema

Nederlands is een levende taal. Dat kan wel eens grappig zijn. Vroeger was de vakantie van de mensen die in de bouw werken, de bouwvakvakantie. Maar één week trouwens. De bouwvak, dat gaat letterlijk, volgens mij, over de vakmensen die in de bouw werken. Maar als we het nu over ‘de bouwvak’ hebben, dan begrijpt iedereen dat het over de zomervakantie gaat en lang niet alleen van mensen die in de bouw werken. Komt dat doordat de meeste mensen hun werk in de bouw hebben? Zou b.v. ‘ambtevak’ dan ook niet kunnen? Het is om naar van te worden toch, hoeveel mensen van het ambtenaar zijn, hun werk maken?

Ik hoor de laatste tijd vaak spreken over een bruiloft. Vroeger bestond een trouwerij uit het burgerlijk huwelijk en dan het kerkelijk huwelijk en ’s avond was er dan de bruiloft. Het feest. Dat is nu meestal ook wel zo, maar er wordt nu gesproken over ‘een bruiloft’ en dan wordt alles bedoelt, ook het kerkelijke onderdeel. Ik denk dat als ik zo’n 45 jaar geleden tegen mijn moeder zou zeggen; Ik moet naar de kerk want daar is een bruiloft. Dat ze zou zeggen; WAT! Feest in kerk?

Het vermeende ‘stikstofprobleem’ gaat over bepaalde stikstofverbindingen en helemaal niet over stikstof. De lucht die we dagelijks allemaal in- en uitademen bestaat NB voor 79% uit stikstof.

De laatste tijd wordt heel vaak gezegd: ‘Voor hetzelfde geld’. Vroeger zou dan het woord ‘evengoed’ of zoiets, gebruikt worden. Nu kan het gebeuren dat iemand zegt: ‘Voor het zelfde geld, kost het meer’. Komt dat misschien doordat het tegenwoordig veel te veel draait om geld? Het is zeker wel een god die veel aanbeden wordt. Door de Bijbel wordt de ‘geldgod’ de Mammon genoemd. We kunnen niet God dienen en de Mammon, staat er, dus…

Eentje passend bij deze tijd. Een paar jaar geleden belde iemand zakelijk, kort na Hemelvaartsdag. Ze wilde belangstellend zijn en daar is ook niks mis mee. Maar ze zei; ‘Nou, hoe was uw hemelvaart?’ Ik heb maar gezegd: ‘De Hemelvaartsdag was wel goed en de hemelvaart hoop ik nog te beleven’.

Na al dat nikszeggend praten en die zinnen met ‘onzinnen’ nu alle gekheid op een stokje en nog even, heel serieus, iets over woorden en het Woord.

Toen in de 17e eeuw de Bijbel in het Nederlands vertaald is, op last van de overheid nog wel, was dat de standaard taal. Dat was de basis. Helaas nu niet meer en daarom moest de vertaling, wel voorzichtig,  maar toch maar, aangepast worden. Dit omdat woorden een andere betekenis kregen, vaak door de -veel te veel macht hebbende- media. Over levende taal gesproken.

De Bijbel wordt het Woord van God genoemd. Het Levende Woord. Dat is het ook en van levensbelang om die te lezen, want dat wil ons de ware wijsheid leren. Dat Woord geeft echt houvast en zekerheid. Van grote waarde, met name wel in deze onzekere tijd.