Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
27 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Chagrijn (column Gerrit van Houwelingen)

Geplaatst op: 28 september 2015

Om half 2 ’s nachts gaat de telefoon: het alarm op school is afgegaan. Hij hoort het hard waaien, wuift daarom de bezwaren van de telefonist weg en zegt weer in bed te duiken. Alle overgevoelige sensoren worden eerdaags toch vervangen. Ondanks een lichte ongerustheid valt hij al gauw weer in slaap. Om half 6 is het opnieuw raak. Politie meldkamer Zwolle dit keer. ‘U moet wel naar school want er staan twee collega’s bij een niet afgesloten deur’. En wat blijkt? Een medewerkster van schoonmaakbedrijf Asito is de avond tevoren aan het hannesen geweest met de dievenklauwen en heeft de buitendeur niet goed afgesloten toen ze haar vleugel als laatste had schoongemaakt. Vroege vogels onder de buurtbewoners hebben gebeld dat het zwaailicht van het inbraakalarm aan stond. Van slapen komt niets meer. Zijn lankmoedigheid laat het die morgen afweten.

Hij geeft gym aan de groep van de zij-instromer, die niet bevoegd is dit vak te geven, en brengt de ringen in gereedheid. De jeugd komt stoeiend de zaal in. Er is wat voorgevallen in de kleedkamer, maar hij krijgt er geen hoogte van. Twee belhamels blijven aan het klieren en weten de hele groep op sleeptouw te nemen. Halverwege de gymles verwijst hij hen beiden naar de kleedkamer, van waaruit ze zich alsnog met de gang van zaken in de zaal bemoeien. Als hij de deur wil dichtdoen, steekt een van beiden zijn voet ertussen. Zonder na te denken, overstelpt door een golf van machteloosheid, schopt hij hem er tussenuit. ’s Middags bieden de belhamels hun excuses aan en de meester idem dito voor zijn oververhitte reactie. De lucht is weer opgeklaard.

Een collega belt dat zijn schoonmoeder plotseling is overleden. Hij condoleert hem en wenst hem sterkte voor de komende dagen. Dan spoedt hij zich naar school om de vervangingspool te raadplegen. Tientallen jonge mensen staan met hun 06-nummer op een uitdraai van de federatiescholen. Als hij er tien heeft gebeld, legt hij de hoorn moedeloos neer. Ze hebben allemaal wat. Dan belt hij zijn adjunct. Zij kent nog iemand in Kampen, een achterneef van haar echtgenoot, die geen werk heeft. Zal ik hem eens bellen? Graag. En ja hoor, bingo. Toch kan hij het niet laten zijn chagrijn de ‘poolmaker’ van de federatie te mailen. Het wordt snel opgelost via een sms-keten. De vrijgestelden van lesgeven zijn voor geen gat te vangen.

Jan Kruis schreef ooit in zijn jubileumboek: ‘Ik word wel eens geteisterd door verveling, dan wordt het me allemaal te saai’. Tja, altijd weer die deadline van Jan, Jans en de kinderen in je nek voelen. Dan word je geleefd. Zelf heeft hij er ook wel eens last van, al staart menig collega hem aan alsof ze een ijsbeer in de tropen zien, wanneer hij het hardop zegt. Dan lijkt alles één eindeloze geeuw, van het schrijven van een infobrief aan het begin van de week tot de hulp bij het niveaulezen aan het eind en altijd maar weer dezelfde ‘dingetjes’ ertussen.

 

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500