Haven Ketting gaat weer open

Foto: Pieter Polman. Tekst: Enrico Kolk

De vluchthaven bij de Ketting gaat morgen weer open. Er komen zes aanlegplaatsen beschikbaar. Drie jaar geleden werd de haven, tot grote ontsteltenis van de watersportvereniging, plotseling gesloten door Rijkswaterstaat.

“Ik heb toen contact opgenomen met Rijkswaterstaat. Die wilden niet vertellen waarom de haven dicht was en bezwaar was niet mogelijk”, zegt Rob Holewijn van de watersportvereniging. Die contacteerde vervolgens andere watersportverenigingen, die van Hasselt en Zwartsluis, en zette met hen een traject in gang om de haven weer open te krijgen. Dat de haven nu weer opengaat, is een ‘compromis’, volgens Holewijn. “Wij hadden liever de hele haven weer open gehad. Nu gaat het om zes plaatsen, waar iemand niet langer dan 24 uur mag liggen.” Dat betreft bovendien een ‘pilot’ van een jaar, waarin intensief toezicht wordt gehouden.

Dat neemt de watersportvereniging voor haar rekening. Zij spreken zowel leden als niet-leden aan op ongewenst gedrag rondom de vluchthaven. Als dat geen effect heeft wordt de politie of RWS benaderd met het verzoek ter plaatse te komen. In een document, door de diverse partijen opgesteld, staan een aantal regels opgesteld. Zo mag er bijvoorbeeld niet gekampeerd of gebarbecued worden, geluidsapparaten (waaronder aggregaten) mogen niet aanstaan en tussen 22:00 en 8:00 moet het stil zijn.

Die spelregels komen op een bord te staan, dat het volgende aangeeft bij binnenkomst van de haven: “U bent te gast in de vluchthaven de ketting, dit onder strikte voorwaarden dat u geen hinder in welke vorm dan ook veroorzaakt voor de natuur en de omwonenden.”

Ook de jeugd mag in de vluchthaven komen, maar zwemmen is verboden. “Als ze vervelend gaan doen, moeten wij ze doorsturen naar de belt, het haventje 500 meter verderop”, vertelt Holewijn. “Wat is er verder ook voor de jeugd? Ze hebben hier niks.”

Ook jongerenwerkers mogen toezicht uitoefenen in de vluchthaven. In de periode van maart t/m augustus hebben die, samen met gemeente en politie, een keer per maand contact met de naastgelegen bewoners om eventuele overlast door jongeren te bespreken. “De jeugd mag er zijn, totdat ze overlast veroorzaken”, vult Holewijn aan.

De politie noteert hinderlijk gedrag en koppelt de namen van de personen die hiervoor verantwoordelijk zijn terug naar de gemeente. Als de politie herhaaldelijk hinderlijk gedrag van een persoon of groep personen constateert, komen zij in aanmerking voor een gebieds- of groepsverbod.

Volgens het document dat de betrokken partijen opstelden, is de pilot geslaagd als iedereen zich aan de gemaakte afspraken houdt. Na het seizoen is er een evaluerend gesprek waarbij het nakomen van afspraken en het aantal en de aard van meldingen wordt meegenomen.