Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
26 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Pascal Eenkhoorn weet wat hij wel en niet kan

Geplaatst op: 28 december 2018

Pascal Eenkhoorn (tweede van rechts) met onder meer Erben Wennemars en vader Sjermo.

Pascal Eenkhoorn rijdt komend seizoen nog geen grote ronde. Aanvankelijk verwachtte hij dat hij zou koersen in de Ronde van Spanje, maar met acht bergaankomsten heeft hij daarin weinig te zoeken. Wel staat de Genemuidenaar aan het vertrek van onder meer Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Parijs-Nice en de Dauphine Libere. “Prachtige koersen natuurlijk…”, zegt Eenkhoorn.

Hij is met de feestdagen twee weken in Genemuiden. Een unicum voor de jonge wielrenner die een appartement in België heeft, veel in Spanje verblijft en afgelopen jaar de halve wereld over vloog en fietste. “27.000 kilometer, ik denk een record voor mij. Onder meer China en de Verenigde Staten stonden op het programma. Naar Amerika waren we al een week eerder afgereisd, daar heb ik ook echt iets van het land gezien. In het deel van China waar we zaten, was eigenlijk niks te beleven. Meer dan een winkelcentrum was er niet.”

Toch slaat de verveling of eenzaamheid nooit toe bij Eenkhoorn. Hij heeft een ‘prachtig vak’, houdt van de duizenden kilometers op de fiets en kan ook goed tegen het reizen. “Je bent altijd met een groep renners en begeleiders. Eenzaam is het absoluut niet. We hebben ook een leuke ploeg. En we verblijven natuurlijk in goede hotels, dat scheelt al een stuk denk ik.”

Hij staat in de keuken bij zijn ouders. Net terug van een uurtje trainen rond Genemuiden en bezig met het bereiden van een lunch. Paar plakken bruin brood, gebakken eitje erop, dat soort werk. Op de televisie ploegen dames door een Belgisch modderveld. Het is de discipline waarin hij aanvankelijk ook uit kwam. “Maar ik heb er geen moment spijt van dat ik ben gestopt. Ik mis het ook totaal niet”, zegt hij tussen de eerste happen door.

Reden tot spijt is er ook niet, want als wegwielrenner is hij begonnen aan een mooie loopbaan. In zijn eerste profseizoen boekte hij al een aantal overwinningen en liet hij zich regelmatig zien. “In het begin was het niveau wennen, vooral bergop. Maar tijdens het seizoen heb ik stappen gezet en ontdekt wat ik wel en niet kan. Ik kan aardig tegen een berg oprijden, maar ben absoluut geen Steven Kruiswijk en dat ga ik ook niet worden. Forceren is wat dat betreft volgens mij niet goed.”

Hij is meer een renner voor de eendaagse koersen, weet hij ondertussen. “Of ik die kan winnen, moet in de toekomst blijken. Dit jaar heb ik in ieder geval laten zien dat ik wedstrijden kan winnen. Dat geeft mij vertrouwen, maar ook de ploeg en de andere renners. Mijn sprint is bovendien flink verbeterd. Een massasprint zal ik nooit winnen, maar in een groep kom ik rap aan. En dat is belangrijk. In het moderne wielrennen kom je bijna niet meer alleen over de finish.”

Hij stond ook afgelopen jaar al aan de start van de Ronde van Vlaanderen en reed zelfs in een kopgroep. “Dat was een geweldige ervaring. Bizar hoeveel mensen daar staan. Van Antwerpen naar Oudenaarden staat overal publiek langs de weg. In de dorpen is het een groot feest. Je hebt het gevoel alsof je in een stadion rijdt, zo’n lawaai is het. Een droomkoers is de Ronde van Vlaanderen niet voor mij. Die heb ik niet echt. Al zou het natuurlijk geweldig zijn om zo’n soort wedstrijd te winnen.”

Het komende jaar zit dat er vermoedelijk nog niet in. Dergelijke koersen zijn vaak een prooi voor mannen op leeftijd. “Van wedstrijden van 100 kilometer ben ik beland bij wedstrijden van 250 kilometer. Dat zijn echt totaal andere finales waarin je eerst ervaring moet opdoen. In veel wedstrijden zal ik voor anderen moeten rijden, maar je weet nooit hoe een wedstrijd verloopt. In deze ploeg krijg je ook kansen. Daarom rijd ik Spanje ook niet. Daar kunnen andere renners beter Kruiswijk ondersteunen, terwijl ik in andere koersen meer van waarde ben.”

Zijn eerste wedstrijd staat gepland voor begin februari. Dan rijdt hij de meerdaagse Ronde van Valencia. “Eerst staat er van 14 tot 24 januari een trainingskamp met de ploeg in Spanje gepland. Of ik daarna nog terugkom naar Genemuiden, hangt ook van het weer af. Als er sneeuw ligt, kan ik hier niet trainen. Met de huidige temperaturen is het hier juist goed te doen. Lekker weer trainen in mijn geboorteregio. Ook dat verveelt me na al die jaren nog steeds niet. Trainen gaat me makkelijk af, dat scheelt. Bovendien ben ik hier in de zomermaanden nauwelijks geweest.”

In België, Eenkhoorn woont bij Maastricht over de grens, wonen bovendien veel meer professionals. “Als je weet hoe een training er voor die dag uitziet, app je met andere renners of ze mee fietsen. Dat traint een stuk prettiger. Helaas wonen hier in de buurt geen andere collega’s.”

Via Genemuiden Actueel en de social media blijft hij wel op de hoogte van het reilen en zeilen in zijn geboorteplaats. Een fanclub voor de jonge wielrenner is daar ondertussen nog niet. “En dat zal ook wel niet zo snel gebeuren”, lacht Eenkhoorn, zelf net zo nuchter als het merendeel van de Genemuidenaren.

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500