Zwartsluis krijgt een nieuwe wijkagent

tekst en foto: Erik Driessen

“Ik werk graag in de dorpen. Daar heb je meer tijd om een praatje te maken met mensen. In de stad ga je op een melding af en moet je snel door naar de volgende. Dat past minder bij mij”, zegt Marcel Hoekstra. De geboren en getogen Steenwijker is sinds vorige week de nieuwe wijkagent van Zwartsluis.

Het is voor het eerst dat hij de functie van wijkagent bekleedt, maar Hoekstra heeft al veel ervaring bij de politie. “Ik ben ooit begonnen in Kampen en daarna in Vollenhove geplaatst. Tijdens de gemeente herindeling werd dat bureau gesloten en kwam ik naar Steenwijk. Daar was ik voornamelijk bezig was met opsporen van drugs. In mijn periode in Vollenhove kwam ik ook regelmatig in Zwartsluis en Belt-Schutsloot. In die zin ken ik dit gebied dus al goed”, vertelt Hoekstra.

Via Kampen kwam hij vorig jaar in Zwartewaterland terecht. Toen voorganger Johan Bouma vervolgens koos voor een functie in Kampen, stak Hoekstra zijn hand op. “Wijkagent vind ik een mooie nieuwe uitdaging. In deze functie heb je veel overleg met andere organisaties en heb je nog meer tijd voor de inwoners. Dat spreekt me aan. Vroeger wilde ik graag bij de politie om iets voor de samenleving te kunnen betekenen. Ik wil klaar staan voor de mensen.”

Die ambitie past goed bij het werken in een dorp. Dat zag Hoekstra de afgelopen maanden al een paar keer. “Eerst was er alle commotie rond het vuurwerk en later dat tragische ongeval waarbij een peuter om het leven kwam. In die periode was ik nog geen wijkagent, maar zag ik weer eens hoeveel impact een gebeurtenis op een dorp kan hebben. Buiten dat leer je in deze functie veel mensen kennen en weet je uiteindelijk precies wie familie van wie is. Dat vind ik een mooie kant van dit vak.”

Grote doelstellingen heeft Hoekstra niet meegekregen. Buiten het ondertussen verstomde geknal is Zwartsluis redelijk rustig. “Laten we vooral hopen dat dit zo blijft. Een goed contact met de inwoners is daarvoor belangrijk. Ik hoor uiteraard graag signalen van verdachte omstandigheden of andere tips”, zegt Hoekstra, die hoopt dat de maatschappij er binnenkort weer uitziet zoals tot voor maart vorig jaar.

“Mensen zijn toe aan het oude normaal. Dat merk je af en toe wel aan de reacties die je krijgt. Iedereen verlangt naar meer vrijheid.”
Toch kampt Hoekstra niet met de reacties die stadse collega’s soms krijgen. “Ook daarom werk ik liever op het platteland. Hier kijken mensen nog op een andere manier naar de politie. Jongeren zijn wel mondiger dan pakweg twintig jaar geleden. Ze vertellen waar het op staat. Maar als dat een beetje beschaafd blijft, vind ik dat geen probleem. Ze hoeven me echt niet met ‘u’ aan te spreken.”