Voor Jeroen Visscher blijft de zaak het belangrijkste

Visscher vertelt in De Kaaihof over zijn werk en hobby.

“Hoeveel geld de zijspancross per seizoen kost? Dat reken ik maar niet, want ik ben bang dat er ik dan meteen mee stop”, lacht Jeroen Visscher op de vraag van Genemuiden Actueel Sportcafé-presentator Raymond Koning. Samen met zijn broer Jan rijdt hij al jarenlang mee in de top van de internationale zijspancross. En toch is het altijd hobby gebleven.

Voor een deel heeft dat met ‘de zaak’ te maken, zegt Visscher. “Samen met mijn broer en vader heb ik een reparatiebedrijf. Wij werken veel in de Genemuider tapijtindustrie. Daarmee verdienen wij ons brood. Natuurlijk was het mooi geweest om professioneel motorcrosser te worden, maar ik denk niet dat wij dan bij de top hadden gehoord. Je moet echt heel goed zijn om hiervan je boterham te maken. Incidenteel reden we bij de top, maar of we dat lang kunnen volhouden…”

Desondanks reisden de broers de hele wereld over. Voor het Nederlands Team kwamen ze ook uit op het Europees Kampioenschap. “Dat is ook prachtig om te doen hoor, maar het is wel een hoop geregel en geplan. De zaak gaat voor. En dan begin je op vrijdag naar het racen te kijken. Ideaal is dat niet. Wil je het anders, dan moet je een grote sponsor hebben. En dat brengt weer een ander soort verplichting met zich mee. Bovendien: ik vind het prachtig dat we nu als amateur af en toe tussen de grote mannen rijden.”

Waar de sport vroeger veel op Studio Sport te zien was, is de media-aandacht tegenwoordig ver te zoeken. “Ja, dat is jammer. Al moet ik zeggen dat RTV Oost er altijd wel is als we in de regio rijden. Op ons niveau is dat dan vooral Oldebroek. Verder leeft de sport in onze streek niet zo. In Brabant is het bijvoorbeeld wel een belangrijke sport. Daar kloppen ze even bij de Jumbo aan en halen ze die als grote sponsor binnen. En in deze sport is geld belangrijk. Daarmee koop je beter materiaal en presteer je beter.”

Maar Visscher is niet ontevreden. Hij geniet van de sport én van zijn bedrijf. “Willen we hogerop, dan heeft dat ook veel invloed op je privéleven. Maar heel eerlijk: ik denk niet dat het er inzit dat we dan op het allerhoogste niveau meerijden.”