Minister Kamp onder indruk van Genemuiden
Geplaatst op: 31 augustus 2015
“Als heel Nederland was als Genemuiden, waren we top of the world. Dat zijn we nu ook al bijna, maar dan helemaal”, zei minister Henk Kamp van Economische Zaken maandag toen hij van het Tapijtmuseum naar Edel Grass liep. Kamp bleek een grote kennis van Genemuiden te hebben, onder meer opgedaan bij zijn eerste werkgever. “Dat is 44 jaar geleden en toen was ik ook al onder de indruk van de ondernemerskracht van dit stadje. Wat hier gebeurt met tienduizend inwoners is uniek in Nederland”, aldus Kamp.
Hij was destijds verkoper bij een bedrijf in Enschede dat garens uit Italië verkocht aan onder meer de tapijtindustrie. “Telenzo, Betap, Visscher, Last, Timmerman…we hadden alle tapijtjongens zo ongeveer als klant, behalve Edel Tapijt. Vandaar dat ik daar nu eens wil kijken. Blijkbaar waren we te duur”, lachte Kamp.
Hij arriveerde te laat bij het Tapijtmuseum omdat de vaartocht vanaf Giethoorn nogal uit liep. Van snel een rondje maken door het museum was echter geen sprake, vertelt Reinier van de Pol. De media was bij dat bezoek namelijk nog niet welkom. “De minister was zeer geinteresseerd en wilde precies weten hoe alles werkte”, aldus Van de Pol.
Daarna ging het bezoek van Kamp verder op het kantoor van Edel Grass. Zowel de directeuren van Edel Tapijt als Edel Grass vertelden daar over hun bedrijf. Ook daar liet Kamp zien dat hij zijn Genemuider klassiekers kende. “Vroeger deed ik nog zaken met De Lange. Ik weet dus dat Edel staat voor E. de Lange.” Edel Tapijt is ondertussen nog steeds 100 procent eigendom van de familie, terwijl Edel Grass onderdeel is van Oranjewoud en Ten Cate.
Beide bedrijven zijn grotendeels afhankelijk van de export. 90 procent van het tapijt gaat de grens over, 80 procent van het kunstgras. Dat laatste in toenemende mate naar particulieren, maar voor het grootste deel naar voetbalvelden, hockeyvelden en tennisbanen. “Bovendien is de rugbymarkt aan het groeien en dan vooral in Frankrijk”, aldus de directie.
Kamp wilde van de hoed en de rand weten over het productieproces. Hij hoorde onder meer dat Edel tegenwoordig verft in België, omdat de Nederlandse regelgeving te streng is om voor een bedrijf rendabel in een ververij te investeren. “Dus u maakt hier tapijt, dat wordt in België geverfd en dan komt het weer terug?”, vroeg Kamp. En de minister had het bij het rechte eind.
Na het gesprek op kantoor bezocht Kamp nog de productie van beide bedrijven.