Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
25 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

De laatste herinneringen van Onderweegs

Geplaatst op: 19 september 2015

Deel dertien en slot van de memoires van Dirk Jan Onderweegs, voormalige gemeentesecretaris van de gemeente Genemuiden. Wout van Olst publiceerde de afgelopen maanden dit werk, waarin Onderweegs aan een uit Amerika teruggekomen plaatsgenoot vertelt wat er in Genemuiden allemaal is veranderd na de Tweede Wereldoorlog.

Over nationale feesten gesproken! U zult in de States ongetwijfeld hebben meegeleefd met de grote nationale gebeurtenissen van de laatste vijf jaren, ik bedoel de troonafstand door koningin Wilhelmina en de troonbestijging door koningin Juliana in 1948. Onze plaats was toen zo schitterend versierd en verlicht als men zelden zag. Kinderfeesten en festiviteiten voor ouderen zijn er toen gehouden in grote saamhorigheid. Onze stad trok vooral des avonds veel bezoek van elders. Men waande zich in sprookjesland. De gemeentebode schreef zonder overdrijving: Er is in Genemuiden wat groots verricht. Het jaar 1948 is ook bekend geworden om zijn vele herdenkingsdagen. Daar had je op 14 februari de viering van het 10 jarig bestaan van de vereniging “Algemeen plaatselijk belang”. Tussen haakjes, die viering heeft blijkbaar veel van haar krachten gevergd, want sindsdien hebben we van haar geen enkel levensteken meer vernomen. Verder de 5e juli: het 300 jarig bestaan van Neêrlands onafhankelijkheid. Vrede van Münster. 3 november: 100 jarig bestaan van de Grondwet en 6 september 1949: het 100 jarig bestaan van de Gemeentewet. In dit verband dient ook nog vermeld te worden: de oprichting van de Oranjevereniging op 23 januari 1948 met enige honderden leden en weinig vlagvertoon.

De Gemeentebode

“Een paar maal heeft u terloops de Gemeentebode genoemd. Wat is dat voor een blad? Bij mijn weten had Genemuiden in 1945 geen blad van die naam”. “Inderdaad Mr. Bones, dat Genemuiden geen eigen persorgaan meer had was velen niet naar de zin. Het Genemuider weekblad dat voor de oorlog enige jaren heeft bestaan bleek geen levensvatbaarheid te hebben, waarom het moest worden opgeheven. Sindsdien waren de Genemuidenaren aangewezen op de streekorganen. Voor nieuws was dat geen bezwaar doch wel voor de bekendmakingen van de gemeente, verenigingen en winkeliers. Publiceren in 3 of 4 streekorganen was veel te duur. Bekendmakingen per omroeper ging alleen als het korte berichten betrof. Toen ik in 1947 in deze gemeente kwam, voelde ik dadelijk het gemis van een eigen advertentieorgaan, speciaal voor de bekendmakingen van de gemeente, dat begrijpt u.

Ik zocht toen naar middelen om in dit gemis te voorzien en kwam op de gedachte een gecyclostileerd blaadje uit te geven dat huis aan huis zou worden verspreid. Een voordeel van zulk een blaadje is dat het in kosten aanmerkelijk beneden een gedrukt orgaan ligt, een nadeel ervan is dat het geen clichés kan opnemen en weinig variatie heeft in de lettergrote. Ik mag zeggen dat dit blaadje, dat de naam van Gemeentebode verkreeg, erin gegaan is als koek. Ruim 4 jaar heeft het de gemeenschap gediend. Op 16 november 1951 verscheen het voor het laatst omdat toen haar taak was overgenomen door de Genemuider Koerier, een door de Fa. Hoekman uitgegeven gedrukt orgaan. Het stemt mij tot voldoening dat uit het initiatief dat ik in 1947 heb genomen, thans een volwaardig gedrukt blad, zij het ook in bescheiden omvang, is ontstaan. Mijn aanvankelijke vrees dat onze gemeente voor een gedrukt persorgaan te klein zou zijn, schijnt ongegrond te zijn geweest. “Uit hetgeen u mij deze dag zoal hebt medegedeeld heb ik wel de indruk gekregen dat Genemuiden op verschillend gebied er wel op vooruit is gegaan in de na-oorlogse jaren. Dat is gelukkig want een plaats waar geen vooruitgang te bespeuren valt is een dode plaats. Eén en ander zal waarschijnlijk ook wel verband houden met de toename van de bevolking, veronderstel ik”.

Bevolkingsstatistiek

“Ook daarover heb ik enkele cijfers in mijn achterhoofd” antwoorde ik, “luister maar”. Op 31 december 1944 telde onze gemeente 3.886 zielen waarvan 1.994 mannelijke en 1.892 vrouwelijke. In de jaren hebben zich in onze gemeente gevestigd resp. 286 en 299 personen waaronder er natuurlijk ook zijn die reeds eerder hier hebben gewoond of zich tijdelijk elders hadden gevestigd. De vermindering van de bevolking heeft plaats gehad door overlijden en vertrek. De cijfers van overlijden zijn resp. 120 en 108 en van vertrek resp. 419 en 397 zodat onze gemeente op 31 december 1951 4.281 inwoners telde waarvan 2.198 mannelijke en 2.083 vrouwelijke. U ziet, er bestaat hier zoiets als een mannenoverschot. Een buitenkansje voor de meisjes, want die hebben nu keus. In genoemde jaren zijn er 246 huwelijken gesloten waarvan 136 kerkelijk zijn ingezegend. Uit de gegevens van de laatste volkstelling is mij gebleken dat de bevolking sinds 1881 voortdurend is toegenomen ten gevolge van een geboorteoverschot (een paar jaar uitgezonderd).Het vestigingsoverschot was al die jaren steeds negatief, met andere woorden, er vertrokken telken jare meer personen uit de gemeente dan er zich hier kwamen vestigen. OP 31 mei 1`947, de dag van de laatste volkstelling, waren er 365 inwoners ouder dan 65 jaar en 71 ouder dan 80 jaar. Ook zijn mij enkele gegevens in mijn geheugen blijven hangen over de geestelijke structuur onzer bevolking. Op de zo even genoemde datum heeft 66% van de bevolking opgegeven te behoren tot de Ned. Herv. Kerk, bijna 12% tot de Geref. Kerk en ruim 19% tot de Ger. Gemeente, terwijl ruim 3,25%opgaf zogenaamd buitenkerkelijk te zijn. Bij de voorlaatste volkstelling waren deze cijfers als volgt: 66,75% Ned. Herv., 13,25% Gereformeerd, 19,2% Ger. Gemeente en 0,85% buitenkerkelijk. Tenslotte nog enkele gegevens ten aanzien van de woningen ook weer ontleend aan de gegevens van de volkstelling. Op 31 mei 1947 telde onze gemeente 852 woningen met ruim 3.100 vertrekken waarin waren gehuisvest: 886 huishoudens en 91 alleenwonenden. Van genoemd aantal van 852 waren 572 gewone woningen, zonder bedrijf, 110 boerderijen en 162 overige woningen met bedrijf, terwijl een zevental de naam van woning niet verdiende. Bij een splitsing naar eigendom en huurwoningen vinden we dat 413 woningen waren bewoond door de eigenaren, 62 gemeentewoningen, 356 normale huurwoningen en 14 zogenaamde dienstwoningen.

“Het duizelt me enigszins door al die getallen” merkte mijn vriend op, daarom stel ik voor het er hierbij maar te laten. Ik kan nu nog net de laatste bus naar Zwolle halen waar ik deze nacht zal blijven om morgen een ander deel van de provincie te bereizen. Ik ben u zeer erkentelijk dat u mij ten gids hebt willen zijn in de doolhof van straten en getallen van deze gemeente. Ik ben blij een dag in mijn oude omgeving te hebben vertoefd en zoveel goeds van haar te hebben gehoord”.

Na een handdruk namen we afscheid en ik dacht aan het bekende gedicht van Longfellow:

Ships, that pass in the night.

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500