Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
25 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Bid- en dankstond (column Gerrit van Houwelingen)

Geplaatst op: 30 oktober 2015

Het is dankstond voor gewas en arbeid. Het centrale thema voor de bijbellessen in deze week luidt: ‘Danken moet je doen’. Een onder- en een bovenbouwlied worden ingestudeerd. De hervormd gereformeerde jeugdbond levert met een werkmap diverse lessuggesties en werkbladen aan. Ook de predikanten worden niet vergeten voor de kind-vriendelijke dienst. Het voert hem terug naar de dankdagdiensten in het oud-gereformeerde kerkje van zijn jeugd, dat oogde als een ‘sjoel’ met een mannen- en vrouwenvleugel. Toen hij ‘bar mitswa’ werd, verhuisde hij naar de kant van vader. Op de grijze banken, vol gekerfd met pubernamen, zat hij gehoorzaam drie keer per bid- en dankdag de diensten uit. Om de tijd te doden las hij de historische boeken van het Oude Testamant in de Statenvertaling. Op catechisatie memoriseerde hij uit het vragenboekje van Hellenbroek een stukje geloofsleer. Wat zijn de grootste zonden? Ondankbaarheid en ongehoorzaamheid!

En als dan de winter is vergangen, wordt het bidstond. ’s Middags trekt hij zijn wandelschoenen aan en tippelt met de kooiker naar het westen, richting de Krieger. Bij de Kadoelersluis duiken ze het Voorsterbos in. De riedels van de pas teruggekeerde fitissen en tjiftjafs klinken op uit het hout. Aan de rand van het bos is Staatsbosbeheer bezig met een stukje nieuwe natuur om zo een vloeiender overgang naar de Noordoostpolder te creëren. In Vollenhove zoeken ze de 71 op naar de Noorde. De chauffeur weet niet eens of hij drie of vier strippen moet afstempelen. Er stapt nooit iemand uit om de veerdam af te sjokken naar de pont. ’s Avonds wordt ook hij bijgeschoold in de wetgeving van het oude Israël, het afdragen van de tienden uit Deuteronomium 14: ‘De HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt’. Makkelijker kan Hij het niet maken.

Hij haalt Hans op in Westenholte, waarna ze naar Dalfsen rijden, het beginpunt van een etappe op het Vechtdalpad. Hans was directeur op de JBS, maar koos ervoor een paar jaar bij te tanken als groepsleerkracht in een andere regio. Nu staan de vacatures te trappelen om zijn terugkeer naar het sollicitatiefront. Uren kletsen ze bij over hun vakgebied, management by walking around. Op een rivierduin passeren ze een hermitage. ‘God versmaadt berouw en nederigheid niet’ staat er in het latijn op de gevel. Ze tekenen het gastenboek met ‘schoolmeesters in Gods schepping’ en vervolgen hun tocht over de landgoederen van Vilsteren en Het Laar. In Ommen pakken ze de trein terug.

Een van zijn zoons moet volleyen in Oldemarkt. In zijn Peugeot Familiale kan hij een heel team proppen. Zelf rijdt hij terug naar het verlaten kerkje van Paasloo, waar de dichter J.C.Bloem ligt begraven. Deze woonde in Kalenberg toen hij overleed. Het is eind oktober, de teerste maand van ’t jaar. Het landschap verdwijnt in lage, lichte nevels. Hoe heeft de dichter dit bemind, die atmosfeer van mist en duist’re hoeven. Ronddolend over de dodenakker zoekt hij de steen met de woorden ‘Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij’. Ooit schreef hij voor de hoofdacte zijn eindscriptie Nederlands over deze dichter van het verlangen onder de titel ‘In droefheid eindigt wat in hoop begon’.

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500