180e Biestemerk moet nog een jaartje wachten

Biestemerk 2014

Vandaag zou het een feestelijke dag moeten zijn in Genemuiden: de Biestemerk 2020. Echter gooit corona roet in het eten.

Van oorsprong was de Biestemerk er voor dierenhandelaren en fokkers, vandaar de naam ‘Beestenmarkt’. De eerste editie van deze markt ligt honderden jaren terug, namelijk in het jaar 1382. Genemuiden had het recht om drie grote jaarmarkten per jaar te houden voor het verhandelen van vee. Door de afname van het aantal handelaren is later besloten om de markten af te schaffen. In 1850 werd de markt opnieuw leven ingeblazen door de lokale bevolking.

In de topjaren (eind 1800 begin 1900) van de Biestemerk stonden zowel de Kruisstraat al de Langestraat vol met vee. Tijdens deze edities waren er ongeveer 700 dieren te koop op de jaarmarkt. Vooral voor de wat oudere jeugd was de Biestemerk een belangrijke dag. De meisjes kregen nieuwe schorten en nieuwe witte klompen. De jongens hielpen bij het vee drijven en avonds was het ‘vaarsjesavond’.

Het is van vroeger uit een traditie om op de dag van de Biestemerk de eerste kop erwtensoep (snert) van het winterseizoen te eten. Genemuiden is niet de enige stad in Nederland die een biestemerk kent. Ook Grafhorst heeft een Biestemerk; hier wordt paling gegeten in plaats van snert.

Sinds het jaar 2001 is Biestemerk niet meer zoals daarvoor. Dit was in het jaar dat er mond- en klauwzeer uitbrak in Nederland. Hierdoor was het niet meer toegestaan om vee bij elkaar te brengen in het centrum.