Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
26 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Schaatsen (column Erik Driessen)

Geplaatst op: 12 januari 2015

Ik baalde als een stekker als vroeger een schaatsperiode aanbrak. Dan wilde niemand meer voetballen op het pleintje of op straat. En voetballen was mijn lust en leven. Dat dit prachtige spel af en toe werd onderbroken door een knikkerperiode, was nog tot daar aan toe. Af en toe beetje spelen met stuiters en Amerikanen vond ik nog wel geinig. Maar dat schaatsen kon me gestolen worden. Ik hou niet van kou, ik hou niet van wind, ik hou niet van gladheid onder mijn voeten en ik hou niet van de controle verliezen over het lichaam en de geest. En dan moet je eigenlijk niet schaatsen.

Desondanks heb ik best pogingen ondernomen om de oer-Nederlandse sport onder de knie te krijgen. Achter een stoel, op gekke houtjes en zelfs op heuse Noren. Zin had het allemaal niet, net zo min als het zin heeft om met mij op wintersport te gaan. Van hetzelfde laken een pak. Ik hou niet van koud, ik hou niet van wind, ik hou niet van gladheid onder mijn voeten en ik hou niet van de controle verliezen over het lichaam en de geest. En dan moet je ook niet op wintersport gaan.

Een hekel aan schaatsen heb ik overigens zeker niet. Als kind zat ik met een notitieblok op schoot om de rondetijden van Hilbert van der Duim en Frits Schalij te noteren. Voor de Olympische Spelen in Calgary bleef ik rustig een nacht wakker. Wat dat betreft was ik best een schaatsgek, maar dan wel aan de kant, het liefst op de warme bank. Daarom ging ik een paar jaar terug in op het verzoek van mijn overbuurman om pr-man van de schaatsclub in Sint Jansklooster te worden. Dat ik niet schaatste was zelfs een pre. “We zoeken juist iemand die tijdens tochten aan de kant blijft…”, klonk het.

En dat waren precies de woorden die onlangs twee heren in mijn huis tegen me spraken. Van het een komt namelijk het andere, ook in de schaatssport. “We zoeken iemand die tijdens tochten aan de kant blijft…”, zeiden ze. “En we hoorden dat jij dat kan…”, of iets in dergelijke bewoordingen zeiden ze ook nog. En dus ben ik sinds afgelopen week ook pr-man van de Overijsselse Merentocht, de tegenhanger van de Elfstedentocht, die ook het Zwarte Meer aan doet. Een tocht van 200 kilometer die overigens nog nooit verreden is. En dat lijkt er ook dit jaar weer niet van te komen. De schaatsen hoeven voorlopig niet uit het vet. Hoe het met de knikkerperiode is, durf ik niet te zeggen. Zaterdag eerst maar weer eens voetbal kijken.

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500