Al 20 jaar de nieuwssite voor Genemuiden!
26 april 2024 t’ Olde Staduus
Agenda
Van Dijk Heftrucks (tijdelijk)

Vrijspraak in zaak rietbranden

Geplaatst op: 5 maart 2015

De rechtbank in Zwolle heeft de 69-jarige J.B. en diens schoonzoon H. van W. (49) uit Genemuiden vrijgesproken van afpersing, dan wel uitlokking tot brandstichting in 2012 en 2013. B. kreeg alleen een celstraf van vier maanden, waarvan twee voorwaardelijk, omdat hij een getuige heeft geprobeerd om te praten. Ook twee vermeende loopjongens van hoofdverdachte B., die werden verdacht van het stichten van brand in een loods in Blokzijl en een boot in Genemuiden, gaan vrijuit wegens gebrek aan bewijs.

De brandstichtingen vonden plaats in 2012 en 2013 in loodsen van een riethandelaar in Genemuiden en bij de woning van diens 89-jarige moeder. Omdat B. een zakelijk conflict heeft met de riethandelaar werd hij als aanstichter ervan gezien. Hij zou zijn tegenstander ook hebben geprobeerd af te persen.. Het ging om een bedrag van twee ton, die de riethandelaar te weinig zou hebben betaald voor een pand van B. aan de Sisalstraat. Rechterlijke procedures hierover heeft de verdachte verloren.

Tegen de verdachten van de brandstichtingen, R.S. uit Zwolle (26) en G. van V. uit Genemuiden (27) is  te weinig bewijs. Niet is vast komen te staan dat zij erbij waren, bovendien is het maar de vraag of de brand in Blokzijl wel is aangestoken: al het eventuele bewijs is opgegaan in de verwoestende vlammenzee. Alleen al om die reden kon ook B. niet als de opdrachtgever worden aangemerkt.

De vermeende afpersing gebeurde onder andere via een e-mail, waarin B. zijn opponent liet weten dat hij het ‘peerdenkoppenbedrijf aan zijn einde’  zou richten als die geen twee ton zou betalen.

Op dat moment waren er nog geen branden geweest en daarom betekent dit niet dat de verdachte toen de intentie heeft gehad het bedrijf door brandstichtingen te gronde te richten, redeneert de rechtbank. Overigens heeft de riethandelaar destijds ook geen aangifte gedaan van die mail.

Mondelinge uitlatingen die het Openbaar Ministerie opvoerde als bewijs van afpersing worden terzijde geschoven, bijvoorbeeld wegens ontbreken van steunbewijs.

Het enige dat overblijft voor de verdachte is het beïnvloeden van een getuige, in een civiele procedure. De Genemuidenaar op intimiderende wijze tegen de vrouw van de getuige hebben gezegd dat hij zijn verklaring moest intrekken. De rechtbank neemt dit ernstig op. ‘Het proberen iemand te beïnvloeden om in vrijheid en naar waarheid een verklaring af te leggen raakt de fundamentele beginselen van de rechtsstaat en belemmert de waarheidsvinding.”

 

Gepubliceerd door Erik Driessen
Van Dijk Containers 500