Vliegtuigbouwer Van Wendel: ‘Je moet beetje gek zijn’

Een beetje gek moet je zijn, zegt vliegtuigbouwer en piloot Jan van Wendel. De directeur van VWC bouwde 3,5 jaar lang aan zijn vliegtuig en heeft er ondertussen honderd vlieguren op zitten. “Bouwen van een vliegtuig vind ik prachtig werk. En als ie dan vervolgens ook nog blijkt te kunnen vliegen is het helemaal prachtig”, zegt Van Wendel, die desondanks geen keuze tussen vliegen en bouwen kan maken.

Als 15-jarige jongen was hij al gebiologeerd door vliegtuigen. “Ik deed wat met modelvliegtuigen. ‘Niks voor jou…’, zei mijn vader en dat soort duwtjes heb ik altijd nodig”, lacht Van Wendel, die op latere leeftijd met zijn eigen gebouwde vliegtuig aan de slag ging. Vanaf vliegveld Teuge gaat hij nou de lucht in. “Tochtjes van een uur of anderhalf uur door de omgeving. Op zich kun je zeven uur vliegen op 70 liter brandstof. Daarmee haal ik de grens van Frankrijk denk ik.”

Koud heeft hij het niet in zijn vliegtuig. Een verwarming zorgt voor behaaglijke warmte. Klaar met het bouwen is Van Wendel niet nu hij de lucht in kan. “Ik ben momenteel bezig met de bouw van een Canadese Murphy Rebel. Dat is een soort bouwdoos die je in elkaar zit. Het vliegtuig dat ik nu heb is meer een ‘bij elkaar geraapt zooitje’. Maar daar kun je mooie dingen van maken.”

Van Wendel stond zaterdag met zijn toestel op het Havenplein tijdens Genemusiment.