Evert van Dijk is de motivatie kwijt

“Ik ben een beetje opgebrand”, zegt Evert van Dijk over zijn aanstaande afscheid van Keet de Kolk. De toezichthouder heeft voor zijn gevoel in acht jaar veel bereikt, maar tegelijkertijd was er altijd hectiek en het nodige gedoe. “Ik kom nooit even los van de keet. En na acht jaar merk ik dat de motivatie minder wordt. Daarom heb ik voor de zomer mijn afscheid al aangekondigd en het bestuur heeft dat nu bekendgemaakt”, vertelt Van Dijk.

Dat doet hij in de wetenschap dat het vinden van een opvolger nog niet zo makkelijk zal zijn. “Deze functie is nauwelijks te combineren met een baan van acht tot vijf. Dan moet je daarna aan de slag met de jongeren, wat niet de makkelijkste groep is om mee te werken. Zelf ben ik afgekeurd en vervolgens in deze rol terechtgekomen, ook omdat ik graag wat terug wil doen voor de maatschappij die mij betaalt. Eerst was ik betrokken bij het kerkelijk jongerenwerk en via Joop Bakker kwam ik uiteindelijk bij de keet terecht. Ondertussen ben ik 55 jaar. Niet dat ik het idee heb dat er sprake is van een generatieconflict, maar het leeftijdsverschil met de jongeren wordt natuurlijk wel steeds groter. En je hebt in deze functie de zaak nooit op de rit: als je jongeren hebt opgeleid om bijvoorbeeld een financiële rol te spelen, hebben ze misschien alweer de leeftijd dat ze niet meer in de keet komen.”

Daar komt nog bij dat Van Dijk altijd tussen twee kampen instaat. “Jongeren kijken anders tegen zaken aan dan een volwassene. Dat is logisch en begrijpelijk, maar daardoor zit je wel steeds in een soort spanningsveld. En aan de andere kant heb ik van de politiek weinig steun gehad, terwijl ik in feite in het leven ben geroepen door de gemeenteraad. Ik zit helemaal niet op veel waardering te wachten, maar iedereen heeft wel eens behoefte aan een schouderklopje. Alleen burgemeester Bilder laat altijd iets van zich horen. Ook dat gebrek aan waardering speelt mee in mijn besluit.”

Keet de Kolk lag alle acht jaren onder een vergrootglas. “Er is zelfs een wethouder over gesneuveld. Toch krijgen we vanuit de gemeenschap nooit klachten. Natuurlijk gebeurt hier ook wel eens wat, maar de jongeren blijven wel in Genemuiden. Zonder Keet de Kolk heb je veel meer hangjongeren en overlast op straat. En de jeugd gaat dan naar Zwolle of andere uitgaansgelegenheden. Daar komen ze eerder in aanraking met drugs dan hier. Ondanks sommige verhalen, zijn wij drugsvrij. Ons bestuur ligt daar echt als een wolf voor. Er is ook veel minder agressie dan vroeger. Toen ik jong was, waren er regelmatig ruzies met groepen uit bijvoorbeeld Kampen of Sint Jansklooster. Nou, we krijgen hier ook jongeren uit Urk en Staphorst over de vloer. Dat gaat altijd prima. Op sommige avonden hebben we vierhonderd man over de vloer. Dan mag je toch zeggen dat de keet in een behoefte voorziet…Ook bij het signaleren van problemen trouwens. Ik ben niet alleen jongerenwerker, maar ook een sociaal werker. Mishandeling, overmatig drankgebruik van jongeren of ouders, noem maar op. Ook dat pik ik hier op.”

En dat gaat Van Dijk natuurlijk aan het hart. Vandaar ook zijn zorgen over de toekomst. “Ik besef heel goed dat de opvolgers niet in de rij zullen staan. Dat legt ook extra druk op mij. Er zijn momenten geweest dat ik ’s nachts wakker lag van de Keet de Kolk, bijvoorbeeld in de tijd dat we er financieel minder voor stonden. Momenteel is deze organisatie echter kerngezond en het gebouw is in een prima staat van onderhoud. Een opvolger komt in een gespreid bedje en ik wil hem graag met raad en daad terzijde staan. Als er geen opvolger komt, weet ik niet wat ik doe. Keet de Kolk moet in ieder geval blijven bestaan.”