De veerman en zijn ‘bierflesje’
Geplaatst op: 6 september 2016
Vraag aan menigeen wat de veerman bij het veer in Genemuiden toch in z’n hand heeft, en het antwoord zal in veel gevallen ‘een bierflesje’ zijn. Dat is toch niet helemaal waar. “Wij noemen het een klos”, zegt Jacob Versteegh, die nog dagelijks zo’n voorwerp gebruikt.
En dat zelfs in de meest oorspronkelijke vorm. Het mini-pontje van het Haersterveer, wordt ermee over de Vecht getrokken. Het is een van de laatste handgetrokken kabelponten in Nederland. Op een iets andere manier dan in Genemuiden dus.
“Mijn voornaamste belangen is dat het blijft zoals het was”, vertelt Versteegh. “Sinds 2001 hebben we niets verbeterd. Langzamerhand gaan mensen zien dat dit toch ook wel leuk is. Maar we houden het expres primitief, anders wordt het te druk.” Zo vaart het pontje al meer dan 100 jaar: “Het is in 1900 gebouwd. Eerst voer het over de Willemsvaart, nu hier.”
Tot de bouw van de nabijgelegen brug, in 1965, voer er een grotere pont over de Vecht, waarmee ook auto’s over konden varen. “Daar heb ik nog wel een foto van, dat er zo’n grote auto van vroeger opstaat”, zegt Versteegh, terwijl hij naar binnenloopt in het veerhuis. Dat kocht hij in 1988, tien jaar nadat hij begon met het overtrekken van de pont. “We hebben het toen helemaal overgenomen en een rooster gemaakt.”
Met zo’n 10 vrijwilligers wordt het pontje nu elke dag van 10 tot 7 draaiende gehouden. “Die mensen komen veelal uit de buurt. We draaien allemaal diensten van drie uur per dag, en de weekenden wisselen we af. We zorgen wel dat er altijd iemand is.” Rijk worden ze er niet van. “Het is maar een hele kleine bijverdienste. Een overtocht kost 60 cent. Op een goeie dag heb je 80 tot 100 euro, maar op een slechte dag moet je het met vijf euro doen. Dat verdelen we over 10 mensen.”
In de samenstelling van de ploeg is al vijf jaar niet veranderd. “En als er iemand bij moet komen, dan vragen we mensen uit de buurt. Je moet wel weten wie je binnenhaalt, want als het regent zitten ze bij ons in het veerhuis. En je moet een gevoel van verantwoordelijkheid hebben.”
Buiten dat is het ook handig dat mensen met ‘de klos’ overweg kunnen. “Die maken we zelf”, zegt Versteegh. “Een keer per twee jaar moet je ze vervangen, want het hout slijt weg.” De veerman vertelt te weten dat er in Genemuiden een bronzen klos te vinden is. “Ik heb daar al eens een anekdote over gehoord”, glimlacht hij. “Het verhaal gaat dat er ten tijde van de plaatsing van dat beeld een pontschipper was die nogal graag een slokje lustte. Schijnt men vlak voor de onthulling een jeneveretiket op de klos te hebben geplakt…”